Operation Manual

De SD-geheugenkaart plaatsen
17
1
Voorbereidingen
Deze camera werkt met een SD-geheugenkaart. Als er een SD-geheugenkaart
is geplaatst, worden opnamen en geluidsbestanden op die kaart opgeslagen.
Als er geen kaart is geplaatst, worden ze opgeslagen in het interne geheugen (blz.20).
Pas op
Zorg dat de camera uit staat alvorens de SD-geheugenkaart te plaatsen of uit te nemen.
Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere camera is gebruikt,
moet eerst worden geformatteerd. Zie “Een SD-geheugenkaart en het interne geheugen
formatteren” (blz.120) voor aanwijzingen aangaande formattering.
1 Open het klepje van het batterij-/kaartcompartiment.
Schuif het klepje van het batterij-/kaartcompartiment in de richting van 1
en til de klep open in de richting van 2.
2 Plaats de SD-geheugenkaart zo in de SD-geheugenkaartsleuf
dat de achterkant van de kaart (de kant zonder etiket)
naar het objectief is gericht.
Druk de kaart aan tot die vast klikt. Controleer of u de kaart helemaal in de sleuf hebt
geduwd om te voorkomen dat beeld en geluid niet goed worden opgenomen.
3 Sluit de klep van het batterij-/kaartcompartiment.
Memo
Het aantal opnamen dat u op een SD-geheugenkaart kunt opnemen, is afhankelijk
van de capaciteit van de kaart en de instellingen voor resolutie en kwaliteit
van de opname (blz.50, blz.52).
De aan/uit-indicatie knippert terwijl er wordt gecommuniceerd met de SD-geheugenkaart
(gegevens worden opgenomen of gelezen).
De SD-geheugenkaart plaatsen
SD-geheugenkaart
SD-
geheugenkaartsleuf
1
2