Operation Manual

Een opnamefunctie selecteren
45
3
Opnamen maken
3 Tik op het pictogram van de gewenste
opnamefunctie.
Er verschijnt een bedieningsaanwijzing voor
de geselecteerde opnamefunctie.
Om de bedieningsaanwijzing over te slaan,
dubbeltikt u op het pictogram. De
opnamefunctie wordt geselecteerd en
de camera gaat terug naar de opnamestand.
Tik op de pijlpictogrammen (qr) om door
te gaan naar andere opnamefuncties.
Tik op [Palet] om terug te gaan naar het [Opnamepalet].
4 Tik op [OK].
De opnamefunctie wordt geselecteerd en de camera gaat terug naar
de opnamestand.
5 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor wordt groen als het onderwerp
is scherpgesteld.
6 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Memo
U kunt instellen dat de bedieningsaanwijzing standaard niet wordt weergegeven
(p.165).
Portretopnamen maken
Kies voor het maken van portretopnamen de stand I (Portret) of de stand
C (Kinderen).
In de stand I (Portret) worden de functies voor scherpstellen en belichting
met behulp van gelaatsherkenning geactiveerd. De positie van het gezicht
wordt automatisch vastgesteld als u de camera frontaal op het onderwerp
richt, en de scherpstelling (gelaatsherkenning-AF) en belichting
(gelaatsherkenning-belichting) worden voor het maken van de opname
ingesteld.
De stand C (Kinderen) is vooral geschikt om opnamen te maken van kinderen
die veel bewegen omdat de functie voor het automatisch scherpstellen op het
onderwerp wordt geactiveerd.
1 Tik in de opnamestand op de LCD-monitor.
De [Opnamewerkbalk] verschijnt.
Nachtopname
Palet
OK
Gebruiken bij
nachtopnames.
Voorkom beweging
gebruik statief.
Inflitsen voor
portretopnames.
e
_
kb435
.
book
Page
45
Friday
,
February
2
,
2007
11:13
AM