Operation Manual
Een opnamefunctie selecteren
47
3
Opnamen maken
De camera de optimale instellingen laten bepalen
In de stand b (Automatische opname) kan de camera de optimale
instellingen bepalen en bij die instellingen opnamen maken, eenvoudigweg
door op de ontspanknop te drukken.
De camera selecteert een van de standen - (Standaard), I (Portret),
q (Landschap) of A (Nachtopname) als optimale instelling.
1 Tik in de opnamestand op de LCD-monitor.
De [Opnamewerkbalk] verschijnt.
2 Tik op de opnamefunctie (bijv. b).
• Op de [Opnamewerkbalk] verschijnt het pictogram van de geselecteerde
opnamefunctie.
• Het [Opnamepalet] verschijnt.
• Als het gewenste pictogram niet wordt weergegeven, tikt u op
de pijlpictogrammen (qr) om naar het volgende scherm te gaan.
3 Dubbeltik op het pictogram b.
• De opnamefunctie wordt weer geactiveerd.
• Tik op een pictogram waarbij het selectievakje voor de bedieningsaanwijzing
is ingeschakeld, om de bedieningsaanwijzing weer te geven.
4 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
• De optimale stand voor het onderwerp wordt geselecteerd. De geselecteerde
stand wordt in de linkerbovenhoek van de LCD-monitor weergegeven.
• Het scherpstelkader op de LCD-monitor wordt groen als het onderwerp
is scherpgesteld.
5 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
e
_
kb435
.
book
Page
47
Friday
,
February
2
,
2007
11:13
AM