Operation Manual

De beelduitsnede bepalen
52
3
Opnamen maken
U kunt opnamen maken met de kaders die in de camera zijn opgeslagen.
Er zijn drie kaders beschikbaar.
1 Tik in de opnamestand op de LCD-monitor.
De [Opnamewerkbalk] verschijnt.
2 Tik op de opnamefunctie (bijv. b).
Op de [Opnamewerkbalk] verschijnt het
pictogram van de geselecteerde
opnamefunctie.
Het [Opnamepalet] verschijnt.
Als het pictogram Y niet verschijnt, tikt
u op de pijlpictogrammen (qr) om naar
het volgende scherm te gaan.
3 Dubbeltik op het pictogram Y.
Het scherm voor selectie van het kader
verschijnt.
Tik op een pictogram waarbij het selectievakje
voor de bedieningsaanwijzing is ingeschakeld,
om de bedieningsaanwijzing weer te geven.
4 Tik op het kader dat u wilt gebruiken.
Het scherm Beeld inkadering wordt
weergegeven.
5 Tik op [OK].
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar
de opnamestand.
U kunt ook op de pijlpictogrammen (qr) tikken om een ander kader
te selecteren.
6 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor wordt groen als het onderwerp
is scherpgesteld.
7 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Memo
De kaders die bij deze functie worden gebruikt, zijn opgeslagen in het interne
geheugen van de camera of op de SD-geheugenkaart.
Het aantal opnamepixels is vast ingesteld op h.
Als Opnamepixels voordat u deze functie gebruikt, een andere instelling heeft dan
h, wordt die oorspronkelijke instelling weer hersteld op het moment dat
u de functie Beeld inkadering weer uitschakelt door een andere opnamestand
te selecteren.
Opnamen maken met de ingebouwde fotokaders
2/2
2/2
Opnamepalet
Opnamepalet
Uitleg
Uitleg
Annul. OK
FRAME001
e
_
kb435
.
book
Page
52
Friday
,
February
2
,
2007
11:13
AM