Operation Manual
3
Opnamen maken
46
uVoorzichtig
• Trek de ingebouwde flitser in indien u niet van plan bent deze
te gebruiken. Let op dat u niet met uw vingers klem komt te
zitten tijdens het intrekken van de flitser.
• Ook wanneer de ingebouwde flitser ingeklapt is, gaat deze af.
Hierdoor kan zich vignettering voordoen, afhankelijk van het
objectief dat wordt gebruikt. Als u niet wilt dat de ingebouwde
flitser afgaat terwijl deze ingeklapt is, stel dit dan in met
[11. Flitsen bij intrekking] in het menu E2.
• U kunt geen opnamen maken wanneer de flitser wordt
opgeladen. Als u opnamen wilt maken terwijl de ingebouwde
flitser wordt opgeladen, stel dit dan in met [12. Ontspant bij
opladen] in het menu E2.
• Het gebruik van de ingebouwde flitser kan aan beperkingen
onderhevig zijn. Dit hangt af van het objectief dat wordt
gebruikt. (p.93)
tMemo
• Het hangt van de opnamestand af welke flitsinstellingen
kunnen worden geselecteerd.
*1 Vast ingesteld op J voor sommige S-standen.
• De ingebouwde flitser werkt optimaal op een afstand van
circa 0,7 m tot 5 m tot het onderwerp. Bij een afstand van
minder dan 0,7 m kan er vignettering optreden (deze afstand
varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief
en de gevoeligheidsinstelling).
• Zie “Functies bij gebruik van een externe flitser” (p.94) voor
bijzonderheden over het gebruik van een externe flitser.
Opnamestand Selecteerbare flitsinstelling
R, S
*1
A, J
U
A, B, C, D, J
G, J A, B, C, D, E, F, H, J
I
A, B, C, D, G, J
L
C, D, G, J
Gevoeligheid Richtgetal Gevoeligheid Richtgetal
ISO 100 Ca. 4,9 ISO 1600 Ca. 20
ISO 200 Ca. 7 ISO 3200 Ca. 28
ISO 400 Ca. 10 ISO 6400 Ca. 40
ISO 800 Ca. 14 ISO 12800 Ca. 56
QS1-OPM-NL.book Page 46 Monday, August 11, 2014 4:40 PM