Operation Manual

3
Opnamen maken
60
Wanneer u opnamen wilt maken met een enigszins andere stijl,
dan kunt u de gewenste beeldstijl instellen voordat u opnamen
maakt. De volgende functies zijn beschikbaar. Probeer de
diverse instellingen, en bepaal welke opnamemethode voor u
het meest geschikt is.
1 Selecteer [Aangepaste opname]
in het bedieningspaneel, en druk op E.
Het instelscherm voor aangepaste opname verschijnt.
2 Gebruik ABCD
om een beeldafwerking
te selecteren.
Ga verder naar stap 6 als u geen parameters wilt wijzigen.
3 Druk op J.
Het scherm voor het specificeren van parameters wordt
weergegeven.
4 Gebruik AB om een
parameter te selecteren.
Beschikbare bewerkingen
5 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
7 Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
De beeldafwerking instellen
Aangepaste
opname
Stelt de beeldafwerking in, bijv. [Helder]
en [Portret].
Digitaal filter Maakt opnamen met diverse filters.
Smart effect Maakt opnamen met diverse effecten.
Aangepaste opname
v/A1
OK
MENU
HelderHelder
Annul.Annul. OKOK
Aanp. param eterAanp. parameter
Helder
Natuurlijk
Portret
Landschap
Levendig
Schitterende kleur
Gedempt
Bleach Bypass
Diapositieffilm
Monochroom
Cross-processing
CD
Past de waarden aan.
V
Wisselt tussen [Scherpte] en [Fijne scherpte].
(Niet beschikbaar in de stand C).
M
Stelt de aanpassingswaarde terug naar
de standaardinstelling.
OK
MENU
Kleurverzad igin gKleurverzadiging
Annul.Annul. OKOK
QS1-OPM-NL.book Page 60 Monday, August 11, 2014 4:40 PM