Operation Manual
4
Weergeven
74
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer T in het weergavepalet.
Het scherm voor selectie van een filter verschijnt.
3 Gebruik ABCD om een
filter te selecteren.
Gebruik V om een andere
opname te selecteren.
Ga verder naar stap 6 als u geen parameters wilt wijzigen.
4 Druk op J.
Het scherm voor het specificeren van parameters wordt
weergegeven.
5 Gebruik AB om een
parameter te selecteren,
en gebruik CD om de
waarde aan te passen.
Het hangt af van het
geselecteerde filter af welke
parameters kunnen worden ingesteld.
6 Druk op E.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
7 Selecteer [Extra filter(s) toepassen] of [Opslaan als]
en druk op E.
Selecteer [Extra filter(s) toepassen] als u nog meer filters
wilt toepassen op dezelfde opname. Het scherm van stap 3
verschijnt opnieuw.
uVoorzichtig
• Alleen JPEG- en RAW-opnamen die zijn gemaakt met deze
camera, kunnen worden bewerkt met de digitale filters.
tMemo
• U kan tot 20 filters toepassen op hetzelfde beeld, inclusief
een digitale filter, gebruikt tijdens het maken van de opname
(p.62).
Neemt de filtereffecten over van een geselecteerd beeld en past
hetzelfde filtereffect toe op andere beelden.
1 Geef een met een filter bewerkte opname weer
in de enkelbeeldweergave.
Opnamen verwerken met digitale filters
Aanpass. basisparam.
Speels
Sterk contrast
Schaduw aanbrengen
Tintuitbreiding
Kleur inverteren
Kleurextractie
Vet één kleur
Aquarel
Posterisatie
Vlak
Fisheye
Retro
Schetsfilter
Miniatuur
Soft
Sterren
OK
MENU
100-0001
100-0001
100-0001
Aanpass. ba sisp aram.
Aanpass. basisparam.
Stoppen
Stoppen
OK
OK
Aanp. param eter
Aanp. parameter
Filtereffecten kopiëren
OK
MENU
Helderheid
Helderheid
Annul.
Annul.
OK
OK
QS1-OPM-NL.book Page 74 Monday, August 11, 2014 4:40 PM