Operation Manual
6
97
Bijlage
De ingebouwde
flitser gaat niet af.
Wanneer de flitser
is ingesteld op A
of B, gaat de
flitser niet af als
het onderwerp
helder is.
Wijzig de flitsinstelling. (p.45)
De opnamestand
is ingesteld op c,
g, j, k, r,
o, s, t, u
of v van de
stand S.
In deze standen wordt de
flitsinstelling vast ingesteld
op J. Stel een andere
opnamestand in dan
die links worden getoond.
De camera wordt
niet herkend als
deze aangesloten
is op een
computer.
De stand
voor de USB-
verbinding is
ingesteld op
[PTP].
Stel [USB-aansluiting] in op
[MSC] bij [Interface-opties]
in het menu D2.
De opname-
instellingen
kunnen niet
gewijzigd worden.
Het snelkeuzewiel
is ingesteld op
positie 1 t/m 4
Als u het snelkeuzewiel
gebruikt voor het maken van
opnamen, dan krijgen de
instellingen die in het
snelkeuzewiel zijn opgeslagen
de prioriteit.
Probleem Oorzaak Oplossing
Op opnamen
verschijnen
stof- of
vuildeeltjes.
De CMOS-sensor
is vuil of stoffig.
Activeer [Sensor stofvrij maken]
in het menu D4.
De stofverwijderingsfunctie
kan worden geactiveerd
telkens wanneer de camera
wordt aangezet en uitgezet.
Gebruik een blaasbalgje
zonder kwastje om vuil
en stof van de CMOS-sensor
te verwijderen. Bij gebruik
van een blaaskwastje
kan het kwastje krassen
veroorzaken op de CMOS-
sensor. Veeg de CMOS-sensor
nooit af met een doek.
Er zijn zichtbare
defecten in een
gemaakte
opname, of
gedeelten op het
weergavescherm
die niet oplichten
of blijven branden.
In de CMOS-
sensor zijn er
defecte pixels.
Bevestig een objectiefdop
op een objectief met een
objectiefsluiter, zoals de
01 STANDARD PRIME,
en voer [Pixeluitlijning]
in het menu D4uit.
Het duurt circa 30 seconden om
de defecte pixels te corrigeren.
Zorg er daarom voor dat u een
batterij gebruikt die volledig
opgeladen is.
Probleem Oorzaak Oplossing
QS1-OPM-NL.book Page 97 Monday, August 11, 2014 4:40 PM