Operation Manual

143
6
Opnamen bewerken en afdrukken
Met deze functie kunt u de helderheid van de geselecteerde opname aanpassen.
1 Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3 Selecteer q (Helderheidsfilter) met de vierwegbesturing
(2345).
4 Druk op de knop 4.
Het scherm voor aanpassing van de helderheid
verschijnt.
5 Pas de helderheid aan
met de vierwegbesturing (45).
U kunt het resultaat of van de aanpassing
van de helderheid vooraf beoordelen.
6 Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
7 Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven]
of [Opslaan als] te selecteren.
[Opslaan als] is de enige beschikbare optie voor beveiligde opnamen.
8 Druk op de knop 4.
De bewerkte opname wordt opgeslagen met hetzelfde aantal opnamepixels
en hetzelfde kwaliteitsniveau als het origineel.
Het helderheidsfilter gebruiken
Video- of foto-opnamen die zijn gemaakt met een andere camera, kunnen
niet worden bewerkt met [Digitaal filter] of [Helderheidsfilter]. Er verschijnt
een foutmelding wanneer u deze functie kiest in het weergavepalet
en op de knop 4 drukt.
Stop
Stop
MENU OK
OK
OK
e
_
kb437
.
book
Page
143
Tuesday
,
February
20
,
2007
3:14
PM