Operation Manual

WHPC02 Rev 02
23.03.2010 ©Velleman nv
11
OPGELET:
Aangezien de turbolans alleen maar met een krachtige, dunne straal werkt, mag u dit hulpstuk enkel
gebruiken op doeloppervlakken die niet door deze straal beschadigd kunnen worden. De turbolans kan
overigens NIET afgesteld worden. U kunt hem ook niet met een reinigingsmiddel gebruiken.
Detergenten
Het gebruik van een reinigingsmiddel kan de schoonmaaktijd aanzienlijk verkorten en u helpen om de
meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Sommige detergenten zijn speciaal aangepast voor specifieke
schoonmaaktaken met de hogedrukreiniger. Deze reinigingsmiddelen zijn bijna zo dun als water. Het
gebruik van minder dunne detergenten, zoals afwasmiddel, zal het injectiesysteem verstoppen en het
reinigingsmiddel blokkeren. Detergenten kunnen enkel op een oppervlak inwerken als de chemische
producten de tijd krijgen om het vuil af te breken. Zij werken dus het best als u ze niet onder hoge druk
op het oppervlak sproeit. De combinatie van de werking van de chemische producten en nadien het
afspoelen onder hoge druk is uiterst efficiënt. Op verticale oppervlakken moet u het reinigingsmiddel
eerst onderaan aanbrengen en zo verder naar boven toe werken. Op die manier loopt het product niet
naar beneden, zodat u geen strepen achterlaat. Het afspoelen onder hoge druk doet u op dezelfde
manier. Voor bijzonder hardnekkige vlekken zou u een borstel nodig kunnen hebben in combinatie met
een detergent en het afspoelen onder hoge druk.
6. Gebruik
Volg de onderstaande procedure voor een maximale efficiëntie in een zo kort mogelijke tijd. Denk eraan
om de technieken onder ‘Voorbereidingen’ toe te passen.
Klaarmaken van het oppervlak
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen voor u begint: plaats uw wagen op een afstand en dek
tuinmeubelen af, enz. Zorg ervoor dat alle vensters en deuren veilig gesloten zijn. Bescherm de planten
en bomen in de buurt van de schoonmaakzone zodat ze niet in contact komen met de detergent.
Afspoelen onder hoge druk
Bij de volgende stap spoelt u het doeloppervlak eerst met water af om het samengepakte vuil te
verwijderen. Hierdoor zal het reinigingsmiddel nadien goed het vuil kunnen aanvallen dat zich in het
oppervlak genesteld heeft. Voor u op de trekker van het pistool drukt, stelt u eerst het mondstuk op een
breed sproeipatroon af. Vervolgens wijzigt u het sproeipatroon geleidelijk, totdat u het gewenste patroon
bereikt hebt. Op deze manier richt u niet onopzettelijk een te geconcentreerde straal op het oppervlak,
waardoor u schade zou kunnen veroorzaken.
Gebruik van een detergent (zie fig. B6)
OPMERKING: gebruik enkel detergenten die geschikt zijn voor hogedrukreinigers. Test het detergent
voor gebruik.
Volg de richtlijnen van de fabrikant om de correcte verhouding detergent/water te bepalen (1 op 19 of
5.5%).
Schroef de dop van de doseerfles los en vul het reservoir met reinigingsmiddel.
Schroef de dop terug op het reservoir.
Verwijder de lans van het pistool.
Bevestig de doseerfles op het pistool (fig. B7).
Sproei het reinigingsmiddel op het oppervlak totdat dit volledig bedekt is. Breng het reinigingsmiddel
van onder naar boven aan, zodat het niet naar beneden loopt en strepen achterlaat.
Laat het detergent enkele minuten op het oppervlak inwerken. Ondertussen kunt u met een borstel de
vuilste zones voorzichtig afschrobben. Laat het reinigingsmiddel nooit op het oppervlak indrogen.
Vervang de doseerfles opnieuw door de lans.
Spoel het detergent van het oppervlak af.
Denk eraan om de doseerfles na gebruik met water uit te spoelen!
Afspoelen
Begin onderaan en zorg ervoor dat er geen resten van het detergent op het doeloppervlak achterblijven.
Uitschakelen
Zorg ervoor dat er geen resten van het detergent in het systeem achterblijven.
Schakel de motor uit.
Sluit de watertoevoer af.