Operation Manual

98
Rijden
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Starten - afzetten van de motor met de sleutel
- Stand 1: LOCK
Het stuurslot is ingeschakeld.
- Stand 2: ACC
De accessoires (autoradio, 12V-
aansluiting, ...) kunnen worden gebruikt.
- Stand 3: ON
Het contact is AAN.
- Stand 4: START
Starten van de motor.
Contact
Als u langdurig accessoires gebruikt
(met het contact in de stand 2 (ACC)),
kan de accu ontladen raken. Uw auto
kan dan mogelijkerwijs niet meer
starten. Houd hier rekening mee.
Zie de rubriek "Automatische
onderbreking van de voeding van
elektrische functies".
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de sleutel nog in het contact steekt,
klinkt er een geluidssignaal.
F Steek de sleutel in het contactslot.
F Draai de sleutel in de stand 2 (ACC) en
ontgrendel het stuurslot door enigszins aan
het stuurwiel te draaien.
F Trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt.
F Trap het koppelingspedaal volledig
in (auto's met handgeschakelde
versnellingsbak).
F Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak) of zet
de selectiehendel in de stand P (auto's met
een CVT-transmissie).
F Draai de sleutel in de stand 4 (START) om
de startmotor te bedienen.
F Laat de sleutel los als de motor draait.
Het contact wordt automatisch in de
stand 3 (ON) gezet.
Starten met de sleutel Afzetten
F Zet de auto stil.
F Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak) of de
selectiehendel in de stand P (auto's met
een CVT-transmissie).
F Draai de sleutel naar u toe in de stand 1
(LOCK); houd de sleutel hierbij ingedrukt.
F Verwijder de sleutel uit het contactslot.
F Vergrendel het stuurslot.
Bevestig geen zware voorwerpen aan
de sleutel in het contact; deze zouden
de sleutel naar beneden kunnen trekken
en storingen kunnen veroorzaken.
Wacht, als u bij een auto met een
dieselmotor het contact in de
stand 3 (ON) zet, bij koude motor tot het
verklikkerlampje voorgloeien is gedoofd
voordat u de sleutel in de
stand 4 (START) draait.
Bij warme motor gaat dit lampje niet
branden.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.