Operation Manual
126
Rijden
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Achteruitrijcamera
De achteruitrijcamera van het optionele
navigatiesysteem vormt een aanvulling
op het parkeerhulpsysteem. De camera
wordt automatisch geactiveerd wanneer de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
De beelden van de camera worden
weergegeven op het display van het
navigatiesysteem.
Het gedeelte (A) geeft het bovenste deel van
de achterbumper weer.
De rode lijn geeft een afstand van 50 cm achter
het uiteinde van de achterbumper weer.
De groene lijnen geven de breedte van de auto
weer, waarbij aan weerskanten van de auto
20 cm is toegevoegd.
De markeringen op de groene lijnen komen
overeen met het uiteinde van de achterbumper
(B), een afstand van 1 meter achter het
uiteinde van de achterbumper (C) en een
afstand van 2 meter achter het uiteinde van de
achterbumper (D).
Ondanks de aanwezigheid van de
achteruitrijcamera moet de bestuurder
altijd waakzaam blijven.
Reinig de camera om de zoveel tijd met
een zachte, droge doek.
Wassen met een hogedrukspuit
Houd bij het wassen van de auto de
spuit op minimaal 30 cm van de lens
van de camera.