Operation Manual

42
Controle tijdens het rijden
In het menuscherm:
F druk op de knop INFO om "RESET"
(in menu 2/3 of 3/3 afhankelijk van het
instrumentenpaneel) te selecteren:
Bandenspanningscontrolesysteem
resetten (RESET)
U moet het bandenspanningscontrolesysteem
resetten als u de spanning van een of meer
banden hebt aangepast en als een of meer
wielen zijn gewisseld.
F druk op de knop INFO en houd deze ten
minste 3 seconden ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal en het
verklikkerlampje te lage bandenspanning
knippert tot het systeem is gereset.
In het menuscherm:
F druk op de knop INFO om het symbool
voor het inschakelen / uitschakelen van het
actuele verbruik te selecteren (in menu 2/3):
Inschakelen / uitschakelen van
het actuele verbruik*
U kunt uitsluitend in combinatie met
instrumentenpaneel type 2 de weergave van
het actuele verbruik in of uitschakelen.
F druk op de knop INFO en houd deze
gedurende enkele seconden ingedrukt om de
keuzes elkaar te laten opvolgen (ON, OFF).
* Volgens uitvoering.
In het menuscherm:
F druk op de knop INFO om geluid 1 of 2 te
selecteren (in menu 2/3):
Keuze van het geluid van de
richtingaanwijzers
U kunt uitsluitend in combinatie met
instrumentenpaneel type 2 het geluid van de
richtingaanwijzers kiezen.