Operation Manual

83
3
Comfor t
4008_nl_Chap03_confort_ed01-2014
4. Toevoer van buitenlucht/
Recirculatie van de interieurlucht
F Druk op de toets 4 om de stand
van de luchttoevoer in te stellen.
Met deze functie kan stank en rook buiten het
interieur worden gehouden.
Als het verklikkerlampje in de toets 4 niet
brandt, wordt er buitenlucht toegevoerd.
Als het verklikkerlampje in de toets 4 brandt,
wordt er geen buitenlucht toegevoerd, maar
wordt de interieurlucht gerecirculeerd.
Rijd, uitgezonderd bijzondere omstandigheden,
niet langdurig met de luchttoevoer in de
recirculatiestand.
De airconditioning kan tijdens alle seizoenen
effectief gebruikt worden, mits de ruiten zijn
gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
- de temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
- in de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
5. Airconditioning aan/uit
Aan
Uit
F Druk nogmaals op de toets 5: het lampje
van de toets gaat uit.
Door het uitschakelen van de airconditioning
kan hinder ontstaan (vocht, beslaan van ruiten).
Als uw auto niet is uitgerust met
airconditioning, werkt deze toets niet.
F Druk op de toets 5: het lampje
van de toets gaat branden.