Operation Manual

Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
116
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Passagiersstoel in de hoogste stand en zo
ver mogelijk naar achteren.
"Gezicht in de rijrichting"
Zet als een kinderzitje "met het gezicht in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel
is geplaatst, de stoel in de achterste stand
van de verstelling in lengterichting en in
de hoogste stand van de hoogteverstelling
en zet de rugleuning rechtop. Schakel de
passagiersairbag niet uit.
"Rug in de rijrichting"
Zet als een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel is
geplaatst, de stoel in de achterste stand van
de verstelling in lengterichting en in de hoogste
stand van de hoogteverstelling en zet de
rugleuning rechtop.
De passagiersairbag moet hierbij altijd worden
uitgeschakeld. Als u dit niet doet, kan het
kind levensgevaarlijk letsel oplopen als de
airbag wordt geactiveerd.
Kinderzitje op de passagiersstoel voor*
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat.
Controleer bij kinderzitjes met een
standaard of deze goed op de vloer
steunt. Verstel indien nodig de
passagiersstoel.
* Raadpleeg de wetgeving in uw land
alvorens een kinderzitje op deze zitplaats te
bevestigen.