Operation Manual

Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
134
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Mechanische
kinderbeveiliging
F Draai met de contactsleutel de rode
knop een achtste omwenteling zoals
aangegeven op de sticker op het portier.
Controleer of het portier correct is
vergrendeld.
Elektrische kinderbeveiliging
F Druk bij ingeschakeld contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
branden in combinatie met een melding die het
inschakelen bevestigt.
Het lampje blijft branden zolang de elektrische
kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te
openen en de elektrisch bedienbare achterste
zijruiten te bedienen met de schakelaars voor
de bestuurder.
Vergrendelen
Ontgrendelen
F Draai met de contactsleutel de rode knop
een achtste omwenteling.
Inschakelen
Uitschakelen
F Druk nogmaals bij ingeschakeld contact op
deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
uit in combinatie met een melding die het
uitschakelen bevestigt.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische
kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Dit systeem werkt onafhankelijk van
de centrale vergrendeling; gebruik het
nooit in plaats daarvan.
Controleer bij het aanzetten van
het contact altijd de stand van de
kinderbeveiliging.
Neem vóór het verlaten van de auto
altijd de sleutel uit het contact, zelfs
voor korte periodes.
Bij een ernstige aanrijding wordt
de elektrische kinderbeveiliging
automatisch uitgeschakeld, zodat de
achterpassagiers de auto ongehinderd
kunnen verlaten.
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat
beide achterportieren van binnenuit kunnen
worden geopend en blokkeert de bediening van
de achterportierruiten.
Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderbeveiliging
om het openen van binnenuit te verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide
achterportieren.
Als de sticker voor de knop van
de mechanische kinderbeveiliging
ontbreekt (zie de desbetreffende
rubriek), is uw auto voorzien van de
elektrische kinderbeveiliging.