Operation Manual

7
Veiligheid
141
5008_nl_Chap07_securite_ed01-2015
Pictogrammendisplay
veiligheidsgordels losgemaakt
Als het contact wordt aangezet, bij draaiende
motor of een snelheid lager dan ongeveer
20 km/h, worden de pictogrammen 4 t/m
8 ongeveer 30 seconden rood weergegeven als
de desbetreffende gordel niet is vastgemaakt.
Als bij een snelheid hoger dan ongeveer
20 km/h het pictogram 4, 5, 6, 7 of 8 rood
wordt weergegeven in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, is de gordel van
de desbetreffende achterpassagier weer
losgemaakt.
Middelste veiligheidsgordel
2
e
zitrij
Vastmaken
F Trek aan de riem en steek de gesp A in de
rechter gordelsluiting.
F Steek de gesp B in de linker gordelsluiting.
F Controleer of beide gordelsluitingen zijn
vergrendeld door aan de riem te trekken.
Losmaken en opbergen
F
Druk op de rode knop van de gordelsluiting B
en vervolgens op die van gordelsluiting A.
F
Houd de riem tijdens het oprollen vast en breng
de gesp B en vervolgens de gesp A aan op de
magneet van het bevestigingspunt op het dak.
Veiligheidsgordels 3
e
zitrij
(7 zitplaatsen)
Vastmaken
F Trek aan de riem en steek de gesp C in de
gordelsluiting aan de kant van de bekleding
van de zijwand van de bagageruimte.
F Steek de gesp D in de gordelsluiting aan
de tegenovergestelde kant.
F Controleer of de gordelsluitingen vergrendeld
zijn door aan de riem te trekken.
De veiligheidsgordels van de zitplaatsen van de
3
e
zitrij zijn geïntegreerd in de hemelbekleding op de
hoek tussen de desbetreffende achterstijl en het dak.
Losmaken en opbergen
F Druk op de rode knop van de
gordelsluiting D en vervolgens op die van
de gordelsluiting C.
F Houd de riem en de gespen D en C tijdens
het oprollen vast.
De veiligheidsgordel voor de middelste
zitplaats van de 2
e
zitrij is geïntegreerd in de
hemelbekleding rechts achter.
Leid de veiligheidsgordels van de buitenste
zitplaatsen op de 2
e
zitrij door de daarvoor
bestemde geleiders om te voorkomen dat
ze heen en weer kunnen bewegen.