Operation Manual
Rijden
162
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Uitschakelen
Weer inschakelen
F Druk nogmaals op de schakelaar 1 om het
systeem weer in te schakelen.
De laatste geprogrammeerde waarde blijft
behouden en het verklikkerlampje gaat
branden.
Storing
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld
als de sensor het voertuig vóór u niet goed
waarneemt (slechte weersomstandigheden,
sensor slecht afgesteld, ...). Er verschijnt een
melding op het multifunctionele display.
Onder bepaalde omstandigheden is het
mogelijk dat de gevolgde auto niet kan worden
gedetecteerd, bijvoorbeeld:
- als u in een bocht rijdt,
- als u van rijstrook wisselt,
- als het voertuig vóór u te ver weg is
(maximaal bereik van de sensor: 100 m.) of
stilstaat (in een file, ...),
Wanneer de gevolgde auto zeer dichtbij is (tijd
tussen de twee auto's korter dan 0,5 s), blijft de
weergave 0,5 s.
Laat het systeem, als het
verklikkerlampje 1 knippert, controleren
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dit systeem is geen anti-botsradar en
grijpt niet in als de afstand te kort wordt.
Het systeem geeft uitsluitend informatie
en bij gebruik ervan moet de bestuurder
te allen tijde zijn aandacht op het
verkeer blijven vestigen.
F Druk op de schakelaar 1 om het systeem
uit te schakelen, het verklikkerlampje gaat
uit.