Operation Manual

Praktische informatie
226
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Demonteren van het wiel
F Verwijder bij lichtmetalen velgen de sierdop
van de wielbouten met het gereedschap
4 (volgens uitvoering).
F Bevestig de dop 3 op de wielsleutel 6 en
draai hiermee de slotbout los (volgens
uitvoering).
F Draai de overige wielbouten een
omwenteling los met de wielsleutel 6.
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg
ervoor dat de auto op een horizontale,
stabiele en stroeve ondergrond staat.
Trek de parkeerrem aan (tenzij deze
geprogrammeerd is in de automatische
stand), zet het contact af en blokkeer
de wielen:
Zet het contact af.
Schakel bij een handgeschakelde
versnellingsbak de eerste versnelling in
om de wielen te blokkeren.
Zet bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak de selectiehendel in de
stand R om de wielen te blokkeren.
Zet bij een automatische transmissie
de selectiehendel in de stand P om de
wielen te blokkeren.
Controleer of het verklikkerlampje
remsysteem en het verklikkerlampje P
op de parkeerremhendel branden.
Plaats indien nodig een wielblok onder
het wiel kruislings tegenover het te
verwisselen wiel.
Controleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik een
bok.
F Plaats het voetstuk van de krik 8 op de
grond en zorg ervoor dat de krik loodrecht
staat onder één van de steunpunten aan de
voorzijde A of achterzijde B (het steunpunt
dat zich het dichtst bij het te verwisselen
wiel bevindt).
Wiel met wieldop
Bij het verwijderen van het wiel:
maak eerst de wieldop los met de
wielsleutel 6 door ter hoogte van het
ventiel aan de wieldop te trekken.
Bij het monteren van het wiel:
bevestig de wieldop door de opening
ervan ter hoogte van het ventiel te
houden en druk vervolgens met de
handpalm tegen de gehele omtrek van
de wieldop.