Operation Manual
Praktische informatie
228
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Monteren van het wiel
F Plaats het wiel op de naaf.
F Draai de wielbouten met de hand vast.
F Draai de slotbout met de wielsleutel
6 en de dop 3 enigszins vast (volgens
uitvoering).
F Draai de overige wielbouten enigszins vast
met alleen de wielsleutel 6.
F Laat de krik volledig zakken.
F Vouw de krik 8 op en verwijder hem.
F Draai de slotbout vast met de wielsleutel
6 en de dop 3 (volgens uitvoering).
F Draai de overige wielbouten vast met de
wielsleutel 6.
F Bevestig de doppen op de overige
wielbouten (volgens uitvoering).
F Berg het gereedschap op in de houder.
Bevestiging van het
noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen is het normaal dat bij
het monteren van het noodreservewiel
de ringen van de bouten de velg
niet raken. Als de bouten volledig
zijn aangedraaid, zorgt het conische
draagvlak van de bouten voor de
bevestiging van het reservewiel.