Operation Manual

10
Praktische informatie
249
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Slepen van uw auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door
op de onderkant ervan te drukken.
F Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
F Bevestig de sleepstang.
F Schakel de alarmknipperlichten van uw
auto in.
F Maak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant ervan te drukken.
F Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
F Bevestig de sleepstang.
F Schakel de alarmknipperlichten van de te
slepen auto in.
Slepen van een andere auto
Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij een
elektronisch gestuurde versnellingsbak
of automatische transmissie).
Het niet opvolgen van dit voorschrift
kan er toe leiden dat bepaalde
componenten (remsysteem,
transmissie...) beschadigd raken en
dat de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt.
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de
auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een
geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen
op de grond altijd een goedgekeurde
sleepstang; touwen en riemen zijn
verboden.
De bestuurder van de slepende auto
moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen
slepen door een professioneel
bergingsbedrijf :
- als de auto is gestrand op de
autosnelweg,
- bij auto's met vierwielaandrijving,
- als het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand
te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de handrem los te
zetten,
- bij takelen met slechts twee wielen
op de grond,
- bij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang...