Operation Manual

4:16
Tips voor knoopsgaten
Knoopsgaten die zeer dicht op de kant liggen, worden met de knoops-
gatvoet soms niet optimaal getransporteerd omdat de voet niet recht op
de stof staat. Gebruik in dat geval naaivoet 1 met het IDT ingeschakeld.
Stoffen die makkelijk verschuiven of uitrekken moet u verstevigen met
een uitwasbare of lichte versteviging.
Knoopsgaten worden zeer stevig en duurzaam wanneer u een contour-
draad meenaait (zie ”Knoopsgat met contourdraad”).
U krijgt in linnen stoffen zeer fraaie knoopsgaten wanneer u een zwaar-
dere kwaliteit garen gebruikt met een doorstiknaald.
Meestal kiest u een knoopsgat dat iets groter is dan de diameter van
de knoop. Naai altijd een proefknoopsgat op dezelfde stof en/of met
dezelfde versteviging.
Knip alle knoopsgaten voorzichtig open. Open de kromming van het
mantelknoopsgat met behulp van een priem.
Knopen aanzetten, nr. 0
Met het knoopaanzetprogramma 0 kunt u eenvoudig knopen met twee
of vier gaten aanzetten.
Verwijder de naaivoet en verzink de transporteur. (Controleer of
het IDT is uitgeschakeld.)
Markeer de positie van de knoop op de stof. Leg de knoop op de
markering
Draai het handwiel naar u toe en draai de knoop zo dat de naald
door het linkergat van de knoop steekt.
Zet de persvoetlichter omlaag. De knoop wordt op zijn plaats
gehouden door de schacht van de naaivoethouder. Draai het
handwiel om te controleren of de naald ook in het rechtergat van
de knoop komt. Misschien zult u de naalduitzwaai moeten bijstel-
len met de toetsen voor steekbreedte + en -.
Naai de knoop verder aan. De naaimachine zal het programma
voor u afmaken.
Tip: Gebruik voor gemakkelijke en optimale resultaten de optionele
knoopaannaaivoet.