TM TM Gebruiksaanwijzing
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28. Elektrische aansluiting Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Inhoudsopgave Introductie Instelwiel voor de steeklengte...................24 Onderdelenvan de naaimachine.................4 Steeklengte...............................................24 Standaard toebehoren..................................5 Knoopsgat................................................24 Steken-overzicht............................................6 Stretchsteken............................................24 Tabel nuttige steken - niet-elastische steken...................................
Onderdelenvan de naaimachine Introductie 9 22 23 7 10 24 27 11 25 8 6 28 5 4 3 12 26 13 14 15 20 21 18 16 2 1 19 17 4 1 Hoofdschakelaar 15 Persvoetlichter 2 Aanslutibus voetpedaal met netsnoer 16 Afneembare accessoiresbox/werkblad 3 Handwiel-koppelschijf 17 Bodemplaat 4 Handwiel 18 Steekplaat 5 Handgreep 19 Instelwiel steeklengte 6 Spoelwinderas 20 Toets „achteruit naaien” 7 Opklapbaar deksel met programmatabel 21 Tiptoetsen 8 Tweede garenpen 9 Garenpen met ga
Standaard toebehoren 0 1 1 3 8 9 Introductie Ga voor meer informatie over accessoires naar uw PFAFF® dealer. 11 10 4 5 6 12 7 13 14 15 0 Standaard naaivoet 5 Knoopsgatvoet Voor IDT™ systeem select™ 4.2, 3.2 6 Stopvoet Niet voor IDT™ systeem select™ 2.2 7 Rolzoomvoet 1 Siersteekvoet Voor IDT™ systeem select™ 4.2 1 Transparante voet Niet voor IDT™ systeem 3 Blindzoom- en overlockvoet Voor IDT™ systeem select™ 4.2, 3.2 Niet voor IDT™ systeem select™ 2.2 select™ 4.2 select™ 4.
Introductie Steken-overzicht Tabel nuttige steken - niet-elastische steken Programma 4.2 6 Naai3.2/2.2 voet Toepassing A/B/C A/B/C 5 Standaardknoopsgat voor bijv. blousjes of lingerie. D D 0/3 Voor een onzichtbare zoom met tegelijkertijd kantversiering. Speciaal voor elastisch materiaal. E E 0/1 Een klassieke decoratiesteek bijv. voor het borduren op handdoeken. F F 0/1 Een klassieke decoratiesteek bijv. voor borduursels op blousjes of tafelkleedjes.
Programma 3.2/2.2 G G Toepassing 0/1 Voor alle werkjes met rechte steek en doorstikwerk tot 6 mm. Voor het afwerken en het maken van applicaties. Ook voor tapering, ajour borduurmotieven en cordonneerwerk geschikt. 0/1 Rechte steek: Voor naai- en doorstikwerk, waarvoor een linker naaldpositie nodig is. Zigzagsteek: Om af te werken, applicaties te maken, tapering, ajour- en cordonneerwerk. 0/1 Rechte steek: Voor al het naai- en doorstikwerk, waarvoor een rechter naaldpositie nodig is.
Tabel nuttige steken - stretchsteken Introductie Programma 8 Naaivoet Toepassing 4.2 3.2/2.2 D D 0/1 Decoratieve rekbare steek voor doorstikwerk en randversieringen. De stof dient hierbij 180º te worden gedraaid. E E 0/1 Voor het doorstikken en overstikken van rekbaar materiaal, zoals bandjes, zomen en biesjes. F F 0/1 Een decoratieve stretchsteek voor het afzomen resp. omnaaien van zomen op pyjama’s en joggingpakken. G G 0/1 Voor rekbare naden, bijv.
Naaivoet Toepassing 4.2 3.2/2.2 LC - 0/1 Een decoratiesteek bijv. voor woontextiel. LD - 0/1 Een decoratiesteek bijv. voor woontextiel. LG - 0/1 Een decoratiesteek bijv. voor folkloreborduursels. LI LI 0/1 Een siersteek bijv. voor badaccessoires. EK - 0/1 Een decoratiesteek bijv. voor woontextiel. EL - 0/1 Voor het doorstikken resp. bedekken van rekbaar materiaal, zoals bandjes, zomen of biesjes. FG FG 0/1 Een doorstiknaad voor patchwork en quilten.
Bovenklep De bovenklep (7) omhoog zetten. Het bedienen van de naaimachine De steken zijn afgebeeld aan de binnenkant van de bovenklep. Voetpedaal aansluiten Verbind de stekker van het pedaal met de contactbus (2) van de naaimachine en met het stopcontact. Het naaitempo wordt door het indrukken van het pedaal geregeld. Daarnaast kunt u het naaitempo ook regelen met de schuifschakelaar aan de zijkant van het pedaal.
Accessoirebox Uw PFAFF® select™ naaimachine heeft een draaibaar werklak met accessoirebox (16). De select™ 4.2 naaimachineheeft een speciale accessoirebox met vakjes voor de diverse extra accessoires. Alle accessoires zijn genummerd en hebben hun eigen plaats. Om met de vrije arm te naaien, draait u de accessoiredoos naar links en tilt u deze omhoog uit de opening. Controleer bij het terugplaatsen van de accessoiredoos dat het werkvlak weer precies aansluit op de vrije arm van de naaimachine.
Spoelen De machine voor het spoelen voorbereiden Het bedienen van de naaimachine Houd het handwiel (4) vast en draai de handwiel-koppelschijf (3) in pijlrichting tot aan de aanslag. Daardoor staat de naald tijdens het opwinden stil. Spoel op de winderas plaatsen Hoofdschakelaar (1) uitschakelen. Plaats de lege spoel zodanig, dat de stift (A) van de spoelwinderas (6) in het gaatje van de spoel past. Het PFAFF®-logo wijst omhoog.
B A C Het bedienen van de naaimachine Spoelen vanaf de garenpen B A Schuif het naaigaren op de garenpen (9). Voor het gelijkmatig afrollen van het garen en voor het vastzetten van de klos moet u al naar gelang de dikte van de klos een bijpassende garenschijf op de garenpen schuiven. Inrijgen Het naaigaren van achter naar voren in de geleider A leggen en door opening B naar rechts onder haak C trekken. Het begin van de draad meerdere keren rechtsom om het spoeltje wikkelen.
Het bedienen van de naaimachine C Spoelen van de tweede garenpen Plaats de tweede garenpen (8) in de daarvoor bestemde opening en schuif het naaigaren op de garenpen. Inrijgen Het naaigaren van achter naar voren in geleider A leggen en door opening B naar rechts onder haak C trekken. Het begin van de draad meerdere keren rechtsom om het spoeltje wikkelen. Spoelen Hoofdschakelaar inschakelen (1). Het begin van de draad vasthouden en het voetpedaal indrukken.
C Het bedienen van de naaimachine Spoelen door de naald Ook bij een geheel ingeregen machine is het mogelijk om te spoelen. Zet de persvoetlichter (15) naar boven. Trek de bovendraad onder de naaivoet door en dan door de rechter inrijggleuf (12) naar boven. Rijg nu de draad van links naar rechts door de draadhefboom (10). De hefboom moet daarbij in de bovenste stand staan. Trek de draad vervolgens naar rechts onder de geleidingshaak C. Wikkel de draad dan meerdere keren om het spoeltje.
Plaatsen van de spoel in het spoelhuis Hoofdschakelaar uitschakelen Spoelhuis eruit nemen E Het bedienen van de naaimachine Houd de grijperklep aan de zijkant vast en draai de klep naar u toe. Trek het klepje (E) van het spoelhuis naar u toe en trek het spoelhuis eruit. Laat het klepje los en neem de lege spoel eruit. Spoel inzetten Plaats de volle spoel (met het PFAFF®logo in de richting van het spoelhuis) in het spoelhuis.
Inrijgen B A Bovendraad inrijgen Hoofdschakelaar uitschakelen. De persvoetlichter (15) omhoog zetten. Het handwiel naar u toe draaien tot de draadhevel (10) helemaal boven staat. Schuif het garen op de garenpen (9) en zet het vast met een passende garenschijf. C E G Daar moet de draad van links naar rechts in de draadhevel F worden getrokken. Daarna door de rechter inrijggleuf G weer naar beneden en tenslotte de draad vanaf de zijkant achter een van de twee draadgeleiders H boven de naald trekken.
Draadinsteker (model 4.2) Het bedienen van de naaimachine Het inrijgen van de naald gaat vlot en eenvoudig met behulp van de PFAFF® draadinsteker (22). De naaivoet omlaag brengen. Aan het handwiel draaien tot de naald in de hoogste stand staat. Druk nu de insteker geheel naar beneden en duw hem dan van u af naar de naald toe tot het haakje door het oog van de naald steekt. De draad voor de naald achter het haakje klemmen. A B Laat nu de insteker terug draaien en laat het garen voorzichtig los.
Onderdraad omhoog halen Hoofdschakelaar uitschakelen (1) De naaivoet omhoog zetten. Houd de bovendraad vast en draai het handwiel naar u toe, tot de naald weer in de hoogste stand staat en de onderdraad een lus heeft gevormd. Even aan de bovendraad trekken en de draad helemaal naar boven brengen. Het bedienen van de naaimachine Sluit nu de grijperklep en leid de draden onder de naaivoet door naar links. Draadafsnijder De makkelijk bereikbare draadafsnijder snijdt de draden voor u af.
Persvoetlichter Het bedienen van de naaimachine Met de persvoetlichter (15) wordt de naaivoet omhoog of omlaag gebracht. Naaivoet verwisselen Naaivoet verwijderen Hoofdschakelaar uitschakelen De naald in de hoogste stand brengen. Druk gelijktijdig het voorste gedeelte van de naaivoet omhoog en het achterste gedeelte omlaag tot de voet vrij van de naaivoethouder (26) komt.
Ingebouwd Dubbel Transport (IDT™ systeem) Het IDT™ systeem inschakelen Breng de naaivoet omhoog. Druk IDT™ systeem omlaag totdat deze vastklikt. Belangrijk: Voor al uw naaiwerk met het IDT™ systeem kunt u alleen naaivoeten met een uitsparing aan de achterzijde gebruiken. Het IDT™ systeem uitschakelen Houd het IDT™ systeem met twee vingers bij de geribbelde greep vast. Druk het IDT™ systeem omlaag en trek het vervolgens van u af en laat het IDT™ systeem langzaam omhoog komen.
Naald wisselen A Hoofdschakelaar uitschakelen (1) Het bedienen van de naaimachine Verwijderen: Breng de naaivoet in de hoogste positie en zet de naald in de hoogste stand. Nu de naaldklemschroef (25) losdraaien en de naald naar beneden uit de houder nemen. Inzetten: De platte kant van de naald A moet naar de achterkant wijzen. Met de naaivoet omlaag de naald tot het stuitpunt omhoog in de houder schuiven en met het klemschroefje (25) vastdraaien.
Instelwiel voor de steekbreedte 27 De steekbreedte kan met het instelwiel (27) traploos worden veranderd. Bij het instellen van de breedte mag de naald zich niet in de stof bevinden. Basisinstelling: Het instelwiel voor de steekbreedte (27) op het symbool (maximale steekbreedte) zetten. Het bedienen van de naaimachine Uitzondering: De rechte steek wordt met steekbreedte 0 genaaid. In het hoofdstuk „2.
Achteruit naaien 20 Het bedienen van de naaimachine Zolang u de achteruitnaaiknop (20) naar beneden gedrukt houdt, naait de naaimachine achteruit. Instelwiel voor de steeklengte Steeklengte Met het instelwiel voor de steeklengte (19) kunt u de steeklengte tussen 0 en 6 mm traploos instellen door de gewenste steeklengte naast de instelmarkering te kiezen. 19 Knoopsgat Tussen de cijfers 0 en 1 vindt u het symbool „knoopsgat” (A).
Direct Keuze Toetsen Nuttige steken instellen B Aan iedere steek zijn letters toegevoegd, die u ook op de Direct Keuze Toetsen vindt. Door het indrukken van één of meerdere toetsen wordt een steek geselecteerd en de machine is gereed om te naaien. Toets B is voor het vrijmaken van ingedrukte tiptoetsen. Stretchsteken instellen Alle steken met de gekleurde achtergrond zijn stretchsteken, d.w.z. ze zijn voor rekbaar materiaal geschikt.
Toelichting op de naaiadviestabellen In de navolgende tabellen staan door ons aanbevolen instellingen, die u voor het betreffende naaiwerk nodig heeft. Aanvullend geven deze tabellen nog meer instructies, die voor het naaien van de geselecteerde steken nodig zijn. De keuze van de naaivoet, de instelling van de bovendraadspanning en óf met in- resp. uitgeschakeld IDT™ systeem bijvoorbeeld genaaid moet worden. Werk steeds met de middelste , voor zover in de tekst naaldpositie niet anders beschreven.
Bovendraadspanning Om een perfect stiksel te krijgen moeten de boven- en onderdraadspanning goed op elkaar zijn afgestemd. De normale instelling voor nuttige steken ligt in het bereik tussen 4 – 5. Optimale spanning Controleer de spanning met een brede zigzagsteek. De verknoping van de draden moet daarbij in het midden tussen de stoflagen liggen. Te hoge spanning Bij een te vast ingestelde bovendraadspanning ligt de verknoping bovenop de stof.
Rechte steek De steek G is de standaard rechte steek. De steeklengte kan naar wens tot 6 mm worden ingesteld. Verscheidene werkzaamheden kunnen door het wijzigen van de naaldpositie gemakkelijker worden uitgevoerd, bijv. het doorstikken van een kraag of het inzetten van een ritssluiting. U heeft de keuze uit vijftien naaldposities (zie bladzijde 23). Let erop, dat de naald bij het instellen van de positie in de hoogste stand staat. Steek 4.2 G 0 2.5 3-5 0/1 3.2 G 0 2.5 3-5 0/1 2.2 G 0 2.
Blindzoomsteek De blindzoomsteek H leent zich het beste voor onzichtbare zomen, handmatig zomen vervalt in de meeste gevallen. Voor gebreide stoffen blindzoomsteek H en voor stretchstoffen blindzoomsteek D. • De zoomkant afwerken. B A • De zoom op zoombreedte naar binnen omslaan. • Sla het werkstuk zover terug, dat de afgewerkte zoomkant 1 cm naar buiten steekt. Steek 4.2 D/H 5- 1-2 3-5 0/3 3.2 D/H 5- 1-2 3-5 0/3 2.
Overlocksteek Hoe ziet een overlocksteek eruit? Voor elastische en gebreide stoffen bieden de steken van uw select™ naaimachine een keur aan overlocksteken, waarmee u in één bewerking tegelijkertijd twee delen aan elkaar kunt naaien en afwerken. Ze zijn rekbaarder dan gewone stiksels, zeer duurzaam en bovendien vlug genaaid. TIP: Wij adviseren bij het naaien van overlocknaden de blindzoomvoet nr. 3 te gebruiken.
Genaaide zigzagsteek Behalve voor verstelwerkzaamheden wordt deze steek vanwege zijn hoge elasticiteit ook gebruikt voor het aan- of opnaaien van dubbelwandig- of enkel tailleband en gewoon elastiek bijv. bij ondergoed. • Knip het oude elastiek direkt aan de kant af. • Rimpel de stof op maat met de 6 mm lange rechte steek. Steek 4.2 M 5- 1-2.5 3-5 0/1 3.2 M 5- 1-2.5 3-5 0/1 2.2 M 5- 1-2.
Zoom met de tweelingnaald De tweelingnaald is niet alleen inzetbaar voor borduurwerk of biesjes, maar u kunt er ook doorstikwerk mee uitvoeren. Professionele zomen in rekbaar materiaal zoals in T-shirts, gebreide stof of sportkleding kunt u vlot en eenvoudig met de tweelingnaald verwerken. Tweelingnaalden zijn verkrijgbaar in verschillende breedten. De gebruikelijke breedte voor doorstikwerk is 4 mm. Let erop, dat u bij stretchstoffen uitsluitend een stretchnaald gebruikt.
Knoopsgaten Steek 4.2 CBA 5- 5 3.2 CBA 5- 5 2.2 CBA 5- – 5 Het naaien van knoopsgaten is met alle select™-modellen heel eenvoudig, omdat de stof niet gedraaid hoeft te worden. Normaal worden knoopsgaten in verstevigde, dubbele stof genaaid. Desondanks is het bij menig materiaal zoals bijv. zijde, organza en viscose nodig, dat daaronder nog dubbel vloeipapier wordt meegevoerd, zodat de stof tijdens het naaien niet uitrekt. Ook Avalon (van Madeira) leent zich hiervoor uitstekend.
• Kies steek 2 (B). Houd de toets ingedrukt voor het maken van enkele trenssteken. • Kies steek 3 (A) en naai de linker rups van het knoopsgat tot de gewenste lengte. • Kies steek 4 (B). Houd de toets ingedrukt voor het maken van enkele trenssteken. Wij adviseren u voor het openknippen van een knoopsgat een tornmesje te gebruiken. • Laat toets B los en naai enkele afhechtsteken. • Knip het knoopsgat met een schaar of een tornmesje voorzichtig open.
Naaien uit de vrije hand Stopvoet aanzetten: E F D C Breng de naald in de hoogste stand. Druk de beugel van de voet tegen het achterstuk en schuif de stift tot de aanslag in gat C. Daarbij wordt geleidervork G om de naaldstang gelegd. De beugel E moet over de naaldklemschroef F liggen. Nu met schroef D vastdraaien. G Uit de vrije hand positie: Druk de persvoetlichter iets van u af bij het omlaag brengen van de voet. Dan valt hij vanzelf in de eerste stand B (uit de vrije hand positie) Steek 4.
• Naai de knoop nu aan. Let erop, dat de naald ook in het rechter gaatje steekt. Vastnaaien • Rechte steek door draaien van het instelwiel voor de breedte (27) op 0 instellen. • Naaldpositie met instelwiel (28) zodanig veranderen, dat de naald in één van beide gaatjes steekt. • Enkele afhechtsteken naaien. Steek 4.2 G 4 - 2-3 - 3.2 G 4 - 2-3 - 2.2 G 4 - 2-3 - – Nuttige steken en praktisch naaien Rits inzetten Er zijn verschillende mogelijkheden om ritsen in te zetten.
Steekplaat verwisselen Hoofdschakelaar uitschakelen (1) Het reinigen van de naaimachine is heel belangrijk, u wordt ervoor beloond met een zacht geluid en een langere levensduur. Hoe vaker u de machine gebruikt, des te meer onderhoud hij vraagt. Steekplaat verwijderen • Breng de naaivoet omhoog en verwijder het werkblad met accessoiresbox. • Schuif nu de punt van een kleine schroevendraaier in de opening tussen steekplaat en naaimachine.
Naaistoring opheffen De machine slaat steken over De naald is niet goed ingezet. Naald tot aanslag omhoog schuiven, platte kant naar achteren. Er is een onjuiste naald ingezet. Naaldsysteem 130/705 H inzetten. De naald is krom of bot. Nieuwe naald inzetten. De machine is niet goed ingeregen. Inrijgpad controleren. De naald is te dun voor het garen. Dikkere naald inzetten. De bovendraad verknoopt Zie bovenstaande redenen. Zie hierboven. Bij te strakke draadspanning. Draadspanning controleren.
De machine transporteert niet of onregelmatig Teveel vuil of stof is tussen de tandjes van de transporteur geperst. Steekplaat afnemen, stof met kwastje verwijderen. Transporteur is verzonken. Schuif C (zie bladzijde 22) staat rechts. Schuif B (zie bladzijde 22) naar links zetten. De machine loopt zwaar Er zitten draadjes of vezeltjes in de grijperbaan. Draadjes verwijderen. Belangrijke aanwijzingen! Voor het wisselen van de naaivoeten en naalden moet de hoofdschakelaar worden uitgeschakeld.
413 39 10 - 36A • Dutch • Inhouse • © 2013 KSIN Luxembourg II, S. ar. l. • All rights reserved • Printed in Germany on environmentally-friendly paper www.pfaff.