Gebruikershandleiding 140s 160s SMARTER BY PFAFF™ – bedacht en ontwikkeld door het grootste naaimachinemerk PFAFF®
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/ EN 60335-2-28 en UL1594. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften in acht nemen, inclusief het volgende: Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de instructies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine. Lever de instructies bij de naaimachine als deze van eigenaar verwisselt.
naaimachine in dat geval naar de dichtstbijzijnde bevoegde dealer of een onderhoudscentrum voor onderzoek, reparatie en elektrische of mechanische bijstelling. *HEUXLN GH QDDLPDFKLQH QRRLW ZDQQHHU GH YHQWLODWLH RSHQLQJHQ JHblokkeerd zijn. Houd de ventilatie-openingen van de naaimachine en het voetpedaal vrij van opgehoopt stof, pluisjes en losse lapjes stof. +RXG XZ YLQJHUV XLW GH EXXUW YDQ DOOH EHZHJHQGH GHOHQ :HHV vooral voorzichtig in de buurt van de naaimachinenaald.
SERVICE UITVOEREN OP DUBBEL GEÏSOLEERDE APPARATEN In een dubbel geïsoleerd product zitten twee isolatiesystemen in plaats van aarding. Dubbel geïsoleerde apparaten hebben geen aardingsvoorziening en die mag ook niet aan het apparaat worden toegevoegd. Het repareren van een dubbel geïsoleerd product vereist de hoogste nauwkeurigheid en een grondige kennis van het systeem en mag alleen worden uitgevoerd door deskundige technici.
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ............................................ 6 6WHHNOHQJWH ..................................................21 Machineoverzicht.............................................. 6 9RRUNDQW .......................................................6 6WHHNEUHHGWH ...............................................22 2QGHUGHOHQ ERYHQNDQW ...............................7 Achteruitnaaien .........................................22 Instelbare naaldpositie ..............................
7 1 2 8 4 5 6 9 3 10 11 INLEIDING 16 17 12 18 13 19 20 14 Machineoverzicht Voorkant 6 15 1. Draadinrijggleuven 11. Knoopsgathendel (alleen 160s) 2. Draadafsnijder 12. Naaldstang 3. LED-licht 6WHHNSODDW 4. Achteruitnaaihendel 6SRHOKXLVGHNVHO 9ULMH DUP 2QGHUVWH GUDDGJHOHLGHU 6. Accessoiredoos 16. Naaldschroef 6WHHNOHQJWHNQRS 3HUVYRHWOLFKWHU 8. Handwiel 18. Bovendraadgeleider 6WHNHQVHOHFWLHNQRS 19. Naaivoetstang en naaivoethouder 10.
21 2QGHUGHOHQ ERYHQNDQW 22 23 24 25 21. Knop naaivoetdruk 22. Draadgeleiders *DUHQVFKLMYHQ *DUHQSHQ *DW YRRU H[WUD JDUHQSHQ 6SRHOZLQGHUDV 26. Draadhefboom 27. Draadspanningsplaatjes 2SVSRHOVSDQQLQJVVFKLMI 29. Draadspanningswieltje 6WHHNEUHHGWHZLHOWMH 26 27 28 29 30 32 Achterkant 31. Hoofdschakelaar, aansluitingen voor netsnoer en voetpedaal 32.
Naaivoeten Standaardnaaivoet 0 Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een steeklengte van meer dan 1,0 mm. Transparante naaivoet 1 *HEUXLN GH]H YRHW ELM KHW QDDLHQ YDQ GHFRUDWLHYH VWHNHQ RI ]LJ]DJ steken en andere nuttige steken van minder dan 1,0mm lang. De groef in de onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken. Blindzoomvoet 3 Deze voet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de naaivoet geleidt de stof.
Stekenoverzicht - 160s Steek Naam Beschrijving 1-staps knoopsgat 6WDQGDDUGNQRRSVJDW 0 Rechte steek 9RRU UHFKWXLW QDDLHQ HQ GRRUVWLNNHQ 0 Zigzagsteek 9RRU DIZHUNHQ HQ DSSOLFDWLH 0 Drievoudige zigzagsteek 9RRU KHW RSQDDLHQ YDQ HODVWLVFK EDQG VWRSZHUN HQ reparaties 3 Blindzoomsteek 9RRU KHW PDNHQ YDQ RQ]LFKWEDUH ]RPHQ 3 Elastische blindzoomsteek* 9RRU KHW PDNHQ YDQ RQ]LFKWEDUH ]RPHQ HQ WHJHOLMkertijd afwerken, ook voor elastische stoffen 1 Decoratiesteek 9RRU DOOH VWRIIHQ HQ VRRUWHQ QDD
Stekenoverzicht - 140s Steek 3 2 1 Naam Beschrijving 4-staps knoopsgat 6WDQGDDUGNQRRSVJDW 0 Rechte steek 9RRU UHFKWXLW QDDLHQ HQ GRRUVWLNNHQ 0 Zigzagsteek 9RRU DIZHUNHQ HQ DSSOLFDWLH 0 Drievoudige zigzagsteek* 9RRU KHW RSQDDLHQ YDQ HODVWLVFK EDQG VWRSZHUN HQ verstelwerk 3 Elastische blindzoomsteek* 9RRU KHW PDNHQ YDQ RQ]LFKWEDUH ]RPHQ HQ WHJHOLMkertijd afwerken, ook voor elastische stoffen 3 Blindzoomsteek 9RRU KHW PDNHQ YDQ RQ]LFKWEDUH ]RPHQ 0/1 2YHUORFNVWHHN 9RRU GHFRUDWLHYH ]RPHQ
VOORBEREIDINGEN Uitpakken 3ODDWV GH GRRV RS HHQ VWHYLJH YODNNH RQGHUJURQG 7LO GH PDFKLQH XLW GH GRRV YHUZLMGHU de buitenste verpakking en til de beschermkap eraf. 9HUZLMGHU DO KHW EXLWHQVWH YHUSDNNLQJV materiaal en de plastic zak. Let op: Uw SMARTER BY PFAFF™ 140s/160s naaimachine is erop gebouwd om de beste resultaten te leveren bij normale kamertemperatuur. Extreem warme en koude temperaturen kunnen de naairesultaten nadelig beïnvloeden.
Vrije arm 2P GH YULMH DUP WH JHEUXLNHQ PRHW X GH DFFHVsoiredoos verwijderen. Wanneer de doos is bevestigd, houdt een haak de accessoiredoos goed vast DDQ GH PDFKLQH 6FKXLI GH GRRV QDDU OLQNV RP hem te verwijderen. De basisplaat van de naaimachine waterpas zetten A 2P HUYRRU WH ]RUJHQ GDW XZ QDDLPDFKLQH VWHYLJ op uw werkruimte staat, kunt u de hoogte van de basisplaat afstellen. Draai met de hand aan de stelschroef van de basisplaat (A).
Garenpennen Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een KRRIGJDUHQSHQ HQ HHQ H[WUD JDUHQSHQ 'H garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen. De hoofdgarenpen wordt gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt van KHW NORVMH DIJHUROG HQ GH H[WUD JDUHQSHQ in een verticale positie (het klosje draait). *HEUXLN GH KRUL]RQWDOH SRVLWLH YRRU QRUPDDO garen en de verticale positie voor grote klossen of speciale garens.
De machine inrijgen Zorg ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de naald in de hoogste stand is. 6FKXLI KHW JDUHQ RS GH JDUHQSHQ HQ EUHQJ HHQ SDVVHQGH JDUHQVFKLMI DDQ 7UHN GH GUDDG YDQ GH YRRUNDQW QDDU GH DFKWHUNDQW LQ GH GUDDGJHOHLGHU $ 7UHN GH GUDDG tussen de spanningsschijven (B). 3. Rijg de draad omlaag door de rechter inrijggleuf (C) en dan omhoog door de linker inrijggleuf (D). 4.
Draadinsteker Met de ingebouwde draadinsteker kunt u de draad snel en gemakkelijk in de naald steken. De naald moet in de hoogste positie staan om de ingebouwde draadinsteker te kunnen gebruiken. Draai aan het handwiel tot de inkeping op het wiel naar boven wijst (A). Bovendien raden wij u aan om de naaivoet te laten zakken. 1. Gebruik de hendel (B) om de draadinsteker helemaal omlaag te trekken. De QDDOG ZRUGW EHGHNW GRRU GH PHWDOHQ ÁHQzen. Een klein haakje gaat door het oog van de naald heen. 2.
Een tweelingnaald inrijgen 9HUYDQJ GH QRUPDOH QDDOG GRRU HHQ WZHHOLQJQDDOG =RUJ HUYRRU GDW GH QDDLYRHW RPKRRJ VWDDW en de naald in de hoogste stand is. 6FKXLI KHW JDUHQNORVMH RS GH JDUHQSHQ en breng een passende garenschijf aan. %UHQJ GH H[WUD JDUHQSHQ DDQ 6FKXLI HHQ grote garenschijf en een vilten onderOHJJHU RS GH SHQ 6FKXLI KHW WZHHGH garenklosje op de garenpen.
A B Spoelen C 6FKXLI KHW JDUHQNORVMH RS GH JDUHQSHQ 6FKXLI HHQ garenschijf stevig op het klosje. 3ODDWV GH GUDDG YDQ YRUHQ QDDU DFKWHUHQ GRRU GH GUDDGJHOHLGHU $ 7UHN GH GUDDG OLQNVRP RP GH opspoelspanningsschijf (B) heen. 3. Haal de draad van binnen naar buiten door het gaatje in de spoel (C). 4. Zet de spoel op de spoelas. 5. Duw de spoelas naar rechts om het opspoelen te activeren. Duw het voetpedaal in om de spoel op te winden.
Naaivoetdruk De naaivoetdruk is vooraf ingesteld op de stanGDDUGZDDUGH ´ µ ,Q GH PHHVWH JHYDOOHQ KRHIW X GH QDDLYRHWGUXN QLHW DDQ WH SDVVHQ 9RRU VSHFLDOH technieken of bij het naaien op zeer dunne of dikke stof, kan het aanpassen van de druk het resultaat verbeteren. 9HUODDJ ELM ]HHU GXQQH VWRIIHQ GH GUXN GRRU GH knop linksom te draaien. Let op: Als de knop te veel naar links wordt gedraaid, kunt u de knop eraf draaien.
Naalden De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij succesYRO QDDLHQ *HEUXLN DOOHHQ QDDOGHQ YDQ JRHGH NZDOLWHLW Wij raden naalden van systeem 130/705H aan. In het naaldendoosje dat bij uw machine wordt geleverd, vindt u naalden in de meest gebruikte maten. A B C Universele naald (A) Universele naalden hebben een iets afgeronde punt en ]LMQ YHUNULMJEDDU LQ YHHO YHUVFKLOOHQGH PDWHQ 9RRU DOJHmeen naaien in veel verschillende stoftypen en -dikten.
Transporteur verzinken U kunt de transporteur verzinken door de schakelaar op de achterkant van de vrije arm naar links te brengen (A). Breng de schakelaar naar rechts als u de transporteur omhoog wilt brengen. Let op: De transporteur gaat niet onmiddellijk omhoog wanneer de hendel wordt omgezet. Draai het handwiel één volledige slag om of begin te naaien om de transporteur weer in te schakelen. B A Persvoetlichter Met de persvoetlichter (B) wordt de naaivoet omlaag of omhoog gebracht.
Stekenselectie Breng de naald in de hoogste positie (A). Draai aan de stekenselectieknop (B) om de gewenste steek in te stellen. De geselecteerde steek is de steek onder het instellingsteken (C). De steken die in het wit op de stekenselectieknop staan afgebeeld, hebben een vaste steeklengte (zie hieronder).
Steekbreedte Draai aan het steekbreedtewieltje (A) om de gewenste steekbreedte in te stellen. Hoe hoger het nummer, hoe breder de steek. Een rechte steek in het midden is ingesteld RS VWHHNEUHHGWH ´ µ 'H VWHHNEUHHGWH NDQ worden veranderd van 0-6 mm (de nummers op het selectiewieltje komen overeen met de steekbreedte in mm). Let op: Breng voordat u aan het steekbreedtewieltje draait, de naald in de hoogste positie, anders kan de naald buigen of breken.
NAAIEN Naast iedere beschreven steek of naaitechniek geeft een overzicht de aanbevolen instellingen en naaivoet aan. Zie de uitleg van het overzicht rechts. Beginnen met naaien - Rechte steek 6WHO XZ PDFKLQH LQ RS HHQ UHFKWH VWHHN ]LH KHW overzicht rechts). Breng de naaivoet omhoog en leg de stof eronder, naast een van de naadgeleiders op de steekSODDW 2S KHW VSRHOKXLVGHNVHO VWDDW HHQ QDDG geleider van 6 mm. Breng de naald omlaag op het punt waarop u wilt beginnen.
Versterkte rechte steek Deze steek is sterker dan de gewone rechte steek, omdat dit een drievoudige en elastische steek is. De versterkte rechte steek kan worden gebruikt voor dikke elastische stoffen, voor kruisnaden waar veel kracht op komt te staan en voor het doorstikken van dikke stoffen. De steek wordt genaaid met twee steken vooruit en een steek achteruit. Zo wordt een naad verkregen die niet snel scheurt. *HOHLG GH VWRI YRRU]LFKWLJ WLMGHQV KHW QDDLHQ omdat de stof achteruit en vooruit beweegt.
Afwerksteek De open overlocksteek naait de naad en werkt tegelijkertijd de rand af, perfect voor elastische stoffen. Deze steek is elastischer dan normale naden, is zeer duurzaam en wordt snel genaaid. steek 6 5 3-7 3 3-7 3 Ingesteld op overlocksteek Tip: Geleid tijdens het naaien de stofrand langs de metalen pen van de naaivoet. Hierdoor worden de steken op de pen gevormd zodat de stof niet gaat trekken.
Blindzomen De blindzoomsteek wordt gebruikt voor onzichtbare zomen in rokken, broeken en woningdecoratie. 1. Werk de kant van de zoom af. 6OD GH ]RRP RP QDDU GH YHUNHHUGH NDQW HQ pers. steek of 1-2 5 3-5 3 Ingesteld op blindzoomsteek 9RXZ GH ]RRP ZHHU WHUXJ RYHU ]LFK]HOI KHHQ zodat ongeveer 1 cm van de afgewerkte rand buiten de vouw uitsteekt. De verkeerde kant van uw naaiwerk moet nu naar boven liggen. 4.
Lapjes of applicaties opnaaien Bij grote gaten in de stof moet u een nieuw lapje op het beschadigde gedeelte naaien. Rijg het nieuwe lapje stof op het beschadigde gedeelte op de goede kant van de stof. Naai over de stofranden met de zigzagsteek of de genaaide zigzagsteek. Knip het beschadigde gedeelte vanaf de verkeerde kant van de stof dicht bij de naad weg.
Knopen aannaaien steek 6QHO NQRSHQ DDQQDDLHQ PHW XZ QDDLPDFKLQH 9HUZLMGHU GH QDDLYRHW HQ YHU]LQN GH WUDQVporteur (A). 2. Duid op de stof aan waar de knoop moet komen. Leg de stof en de knoop onder de houder met de gaten in de knoop op de plaatsen waar de naald in steekt. Breng de naald met het handwiel omlaag in de gaten van de knoop om te controleren of u de juiste steekbreedte heeft ingesteld. Let op: Voor de meeste knopen is de aanbevolen breedte van 3 mm ingesteld.
Standaard knoopsgat (model 160s) steek De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de knoopsgaten moeten worden genaaid. 4-6 1. Markeer de startpositie en de knoopsgatlengte op de stof (A). Ingesteld voor knoopsgaten 2. Bevestig de eenstaps-knoopsgatvoet 5B. Druk de knoophouder open door de hendel naar achteren te duwen (B). Breng de knoop aan. Duw de knoophouder naar voren totdat de knoop vast zit (C). De knoop bepaalt de lengte van het knoopsgat. 3.
Standaard knoopsgat (model 140s) steek De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de knoopsgaten moeten worden genaaid. Het knoopsgat voorbereiden Meet de diameter en de dikte van de knoop en voeg 3 mm toe voor de trenzen om de juiste knoopsgatlengte te verkrijgen. Markeer de startpositie en de knoopsgatlengte op de stof (A). %HYHVWLJ GH YLHUVWDSV NQRRSVJDWYRHW $ 6FKXLI de naaivoet zo ver mogelijk naar achteren.
6QLMG KHW NQRRSVJDW YDQDI GH EHLGH XLWHLQGHQ naar het midden toe open met een tornmesje. De dichtheid van het knoopsgat wordt aangepast met de steeklengteknop in het gedeelte ´ µ 6WHO GH VWHHNEUHHGWH LQ RS ´ µ Let op: De dichtheid hangt af van de stof. Maak altijd eerst een testknoopsgat op de stof waarop u het knoopsgat wilt gaan maken. Snijd uw knoopsgat voorzichtig open met een tornmesje Tip: $OV X GH ERYHQGUDDGVSDQQLQJ LHWV YHUODDJW krijgt u een beter resultaat.
Ritssluitingen naaien De ritsvoet 4 kan rechts of links van de naald worden bevestigd, waardoor de beide kanten van de rits gemakkelijk kunnen worden genaaid. 2P GH OLQNHUNDQW YDQ GH ULWV WH QDDLHQ EHYHVtigt u de naaivoet in de rechter naaivoetpositie (A). 2P GH UHFKWHUNDQW YDQ GH ULWV WH QDDLHQ EHYHVtigt u de naaivoet in de linker naaivoetpositie (B). De rits centreren 1.
ONDERHOUD Naaimachine reinigen Maak uw naaimachine regelmatig schoon om ervoor te zorgen dat uw machine goed blijft werken. De machine hoeft niet te worden gesmeerd (geolied). Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een zachte doek om eventueel opgehoopt stof of WH[WLHOUHVWHQ WH YHUZLMGHUHQ C C B A Schoonmaken van het spoelhuis Let op: Breng de naald omhoog, verzink de transporteur en schakel de naaimachine uit. De naaivoet verwijderen.
PROBLEMEN OPLOSSEN In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden met uw machine. Neem voor verdere informatie contact op met uw plaatselijke HUNHQGH 3)$))® dealer. Algemene problemen De naad heeft ongelijke steken Stof wordt niet getransporteerd? Is de draadspanning goed afgesteld? Controleer of de transporteur niet is verzonken. De naald breekt? Controleer de bovendraadspanning en hoe de machine is ingeregen.
Onderdraad breekt Heeft u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de onderdraad. Is het gat in de steekplaat beschadigd? 9HUYDQJ GH VWHHNSODDW Is het spoelhuisgedeelte schoon? 9HUZLMGHU WH[WLHOUHVWHQ XLW KHW VSRHOgedeelte. Is de spoel goed opgewonden? 6SRHO JDUHQ RS HHQ DQGHU VSRHOWMH Wij behouden ons het recht voor zonder aankondiging vooraf veranderingen aan te brengen in de machine en het assortiment accessoires, of aanpassingen te doen in functies of ontwerp.
www.pfaff.com 413 39 97-36A Nederlands. © 2013 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. All rights reserved.