User Manual
26
De functies Smart Picture en Smart Sound gebruiken
De functie Smart Picture biedt u de
mogelijkheid te kiezen uit 5 beeldinstellingen,
namelijk : Multi Media, Persoonlijk, Warm,
Natuurlijk en Zacht.
Druk herhaaldelijk op de toets
om door de
instellingen te lopen tot u de gewenste modus
hebt gevonden, en selecteer deze.
De functie Smart Sound biedt u de
mogelijkheid te kiezen uit 4 geluidsinstellingen,
namelijk : Theatre, Muziek, Spraak en
Persoonlijk.
Druk herhaaldelijk op de toets
om door de
instellingen te lopen tot u de gewenste modus
hebt gevonden, en selecteer deze.
De functie Active Control gebruiken
Met de functie Active Control wordt de
beeldinstelling automatisch aangepast voor een
doorlopend optimale beeldkwaliteit bij alle
signaalomstandigheden.
& Druk achtereenvolgens op de toets om
te schakelen tussen Active Control uit en
Active Control Aan.
é Selecteer de optie Active Control Aan
om de functie Active Control te activeren.
“ Selecteer de optie Active Control Uit om
de functie Active Control te deactiveren.
Beschrijving van de beeldinstellingen
Rich : Instellingen voor een briljant en
scherp beeld, geschikt voor
een heldere omgeving en voor
gebruik bij demonstraties om de
kwaliteit van de tv bij een goede
bron te laten zien.
Natural : de standaard voor gebruik in
huiskamers en middelmatige
signalen.
Soft : bedoeld voor signalen van slechte
kwaliteit.
Geschikt voor gebruik in
huiskamers. Het best voor
grafische toepassingen.
Multimedia : Het best voor grafische
toepassingen.
Personal : De beeldinstellingen die zijn
ingesteld naar uw persoonlijke
voorkeuren.
Beschrijving van de geluidsinstellingen
Theatre : benadrukt de dynamiek (bass en
treble extra versterkt).
Muziek : de nadruk ligt op de lage tonen
(bass is extra versterkt).
Spraak :
de nadruk ligt op de hoge tonen
(treble is extra versterkt).
Persoonlijk : Sound settings are set to your
preference.
OPMERKING : De optie Persoonlijk wordt
ingesteld in het menu Beeld of Geluid (in het
hoofdmenu). Dit is in Smart Picture/Smart Sound
de enige instelling die kan worden gewijzigd. Alle
andere instellingen zijn fabrieksinstellingen.
Active Control Uit
Active Control Aan
OF
OF