operation manual
9
Nederlands
15
Mute
  Hiermee schakelt u het geluid uit of in.
16
Cijfertoetsen
t/m
  Om direct een zender te kiezen. Voor 
  een zendernummer met 2 cijfers moet 
  het tweede cijfer kort na het eerste 
  cijfer worden ingedrukt voordat het 
 streepje verdwijnt.
17
 Scherminformatie  
In de modus Digitaal kunt u hiermee de 
  infobalk weergeven of verbergen (zie 
  pagina 14). In de modus Analoog 
  toont/verbergt u het zendernummer, de
  geluidsmodus, de klok en de resterende 
  tijd van de timer voor de slaapstand. 
18
Active Control 
Met deze functie wordt de beeldinstelling  
  automatisch aangepast voor een   
  doorlopend optimale beeldkwaliteit bij 
  alle signaalomstandigheden. (Zie pagina 34).
19
 Digitale TV/radio 
  In de modus Digitaal wordt deze toets 
  gebruikt om toegang te krijgen tot 
  digitale radiostations. Druk op de toets 
 om de lijst met radiostations te 
 openen. Opmerking: Als u terug wilt 
  gaan naar de digitale videomodus, drukt 
  u nogmaals op de toets   . 
20 
TV-gids EPG 
  (zie pagina 24)
21
Zender ( + P – )
Hiermee selecteert u het volgende of 
  vorige beschikbare kanaal/bron (of pagina 
  in een digitaal menu).
22
  Ander kanaal/Bewerken of 
 Backspace  
  In de modus Analoog/Digitaal kunt u 
 schakelen tussen de vorige en de huidige
  zender. Deze toets wordt ook gebruikt 
  als bewerkingstoets of Backspace 
  wanneer u kanalen een naam geeft.
23
 Smart Picture / Smart Sound   
  Wordt gebruikt om toegang te krijgen tot 
  een aantal voorinstellingen van beeld en 
  geluid (zie pagina 36).
.
11
 Teletekst
  (Zie pagina 38-39).
12 
Menu Digitaal
Voor het weergeven of afsluiten van het 
  menu Digitaal (wanneer het toestel in 
  de modus Digitaal staat).
13
OK
  Hiermee bevestigt u de selectie. U 
  opent hiermee ook de zenderlijst in de 
 modus Digitaal.
14
Volume ( + VOL – )
Hiermee zet u het geluid harder of 
 zachter.
16
14
18
17
11
22
23
21
20
15
13
12
19










