Operation Manual
57
• Controleer of de beeldinstellingen juist zijn
ingesteld (zie ‘Beeldinstellingen aanpassen’
op pagina 22 ) .
De TV heeft mijn instellingen niet opgeslagen
• Controleer of de TV is ingesteld op
de modus Thuis. In deze modus kunt u
naar gelieven instellingen aanpassen (zie
‘Overschakelen naar de modus Shop of
Thuis’ op pagina 27 ) .
Het beeld is niet gelijk aan het scherm; het is
te groot of te klein
Probeer een ander beeldformaat . •
• Wijs uw apparaat toe aan een aansluiting
(zie ‘Apparaten toewijzen aan aansluitingen’
op pagina 51 ) .
De positie van het beeld op het scherm klopt
niet
Beeldsignalen van bepaalde apparaten passen
niet goed op het scherm. Controleer de
signaaluitvoer van het apparaat.
Problemen met HDMI-
verbindingen
U ondervindt problemen met HDMI-
apparaten
HDCP-ondersteuning kan ervoor zorgen •
dat de beeldoverdracht tussen een
apparaat en de TV enigszins vertraagd is.
Als de TV het apparaat niet herkent en er •
geen beeld wordt weergegeven, probeer
dan naar een ander apparaat over te
schakelen en weer terug om op deze
manier opnieuw te starten.
Als het geluid steeds wordt onderbroken, •
raadpleeg dan de gebruikershandleiding
van het
HDMI-apparaat om te controleren of •
de uitvoerinstellingen juist zijn. U kunt
ook proberen het audiosignaal van het
HDMI-apparaat naar de TV te leiden via de
AUDIO IN-aansluiting aan de achterzijde
van de TV.
Als u een HDMI-DVI-adapter of HDMI- •
DVI-kabel gebruikt, controleer dan of er
proberen de standaardinstellingen te herstellen
op [Standaard] .
Er is beeld, maar er komt maar uit één
luidspreker geluid
Controleer of [Balans] correct is ingesteld.
Problemen met het beeld
LightGuide is ingeschakeld, maar er is geen
beeld
Controleer of de antenne goed is •
aangesloten.
Controleer of het juiste apparaat is •
geselecteerd.
Er is geluid, maar geen beeld
• Controleer of de beeldinstellingen juist zijn
ingesteld (zie ‘Beeldinstellingen aanpassen’
op pagina 22 ) .
De TV-ontvangst van een antenneaansluiting
is slecht
Controleer of de antenne goed op de TV •
is aangesloten.
Luidsprekers, niet-geaarde audioapparaten, •
neonlampen, hoge gebouwen of bergen
kunnen de beeldkwaliteit beïnvloeden.
Probeer de ontvangstkwaliteit te
verbeteren door de antenne te verplaatsen
of apparaten in de buurt van de TV verder
weg te zetten.
• Controleer of u het juiste TV-systeem voor
uw regio hebt geselecteerd (zie ‘Stap 1 Uw
systeem selecteren’ op pagina 41 ) .
• Als de ontvangst voor slechts één zender
slecht is, kunt u proberen deze zender fi jn
af te stemmen. (zie ‘Fijnafstemming van
analoge zenders’ op pagina 42 )
De beeldkwaliteit van aangesloten apparaten
is slecht
Controleer of de apparaten goed •
zijn aangesloten. Vergeet ook niet om
apparaten aan aansluitingen toe te wijzen
(zie ‘Apparaten toewijzen aan aansluitingen’
op pagina 51 ) . Dit wordt beschreven in
sectie 7.4.1 Apparaten toewijzen aan
aansluitingen.
NL