User manual

NL 64
Beeld
De TV staat aan, maar er is geen beeld of
het beeld is vervormd:
Controleer of de antenne goed is
aangesloten op de TV.
Controleer of het juiste apparaat is
geselecteerd als weergavebron.
Controleer of het externe apparaat of
de externe bron op de juiste wijze is
aangesloten.
Er is geluid, maar geen beeld:
Controleer of de beeldinstellingen juist zijn
ingesteld.
De televisieontvangst van een
antenneaansluiting is slecht:
Controleer of de antenne goed is
aangesloten op de TV.
Luidsprekers, niet-geaarde
audioapparaten, neonlampen, hoge
gebouwen of andere grote objecten
kunnen de ontvangstkwaliteit
beïnvloeden. Probeer indien mogelijk de
ontvangstkwaliteit te verbeteren door
de antenne te verplaatsen of apparaten
in de buurt van de TV verder weg te
zetten.
Als de ontvangst voor slechts één
zender slecht is, probeert u deze zender
fijn af te stemmen.
De beeldkwaliteit van de aangesloten
apparaten is slecht:
Controleer of de apparaten goed zijn
aangesloten.
Controleer of de beeldinstellingen juist
zijn ingesteld.
De televisie heeft uw instellingen niet
opgeslagen:
Controleer of de TV-locatie is ingesteld op
Thuis. U kunt in deze modus instellingen
wijzigen en opslaan.
Het beeld is niet gelijk aan het scherm, het
is te groot of te klein:
Probeer een ander beeldformaat.
De beeldpositie is incorrect:
Beeldsignalen van bepaalde apparaten passen
niet goed op het scherm. Controleer de
signaaluitvoer van het apparaat.
Het uitgezonden beeld is gecodeerd:
Het is mogelijk dat u een Conditional Access
Module moet gebruiken om bepaalde
uitzendingen te bekijken. Neem contact op
met uw serviceprovider.
Er wordt een 'e-sticker' met informatie
weergegeven op het TV-scherm:
De TV staat in de modus [Shop]. Om de e-
sticker te verwijderen zet u de TV in de
[Thuis]-modus en schakelt u de TV uit en
weer in. De televisie plaatsen > Locatie
(Pagina 10).
De computerweergave op de TV is niet
stabiel:
Controleer of de PC de ondersteunde
resolutie en herhalingsfrequentie
gebruikt. Zie Productspecificaties >
Displayresoluties (Pagina 66).
Wijzig het beeldformaat voor de TV in
[Niet op schaal].
Geluid
Er is wel beeld, maar geen geluid op de
televisie:
Als er geen audiosignaal wordt gedetecteerd,
schakelt de TV de audio-uitgang automatisch
uit. Dit is geen defect.
Controleer of alle kabels goed zijn
aangesloten.
Controleer of het volume niet is
uitgeschakeld of op minimum is
ingesteld.
Controleer of de instelling voor de TV-
luidsprekers is geselecteerd. Druk op
ADJUST, selecteer [Luidsprekers] en
selecteer TV.
Controleer of de TV-audio-uitgang is
aangesloten op de audio-ingang op het
home cinema-apparaat dat geschikt is
voor HDMI-CEC of compatibel is met
EasyLink. Er moet geluid uit de home
cinema-luidsprekers komen.