User manual

5
Aansluitingen
5.1
Aansluitingsgids
Sluit apparaten altijd aan op de TV met de kwalitatief
beste aansluiting. Gebruik kabels van goede kwaliteit
voor een goede overdracht van beeld en geluid.
Wanneer u een apparaat aansluit, herkent de TV het
type en geeft de TV elk apparaat de juiste
typenaam. U kunt de typenaam wijzigen als u dat
wilt. Als voor een apparaat een juiste typenaam is
ingesteld, schakelt de TV automatisch over naar de
ideale TV-instellingen wanneer u in het menu
Bronnen dit apparaat selecteert.
Raadpleeg de Philips TV-aansluitingsgids voor hulp
bij het aansluiten van meerdere apparaten op de TV.
In deze gids wordt uitgelegd hoe u de apparaten
dient aan te sluiten en welke kabels u dient te
gebruiken.
Ga naar www.connectivityguide.philips.com
5.2
Antenne
Sluit de antenne goed aan op de antenne-ingang aan
de achterkant van de TV.
U kunt uw eigen antenne aansluiten of verbinding
maken met een antennesignaal van een
antennedistributiesysteem. Gebruik een IEC Coax 75
Ohm RF-antenneaansluiting.
Gebruik deze antenneaansluiting voor DVB-T- en
DVB-C-ingangssignalen.
5.3
Satelliet
Sluit de satellietaansluiting type F aan op de
satellietverbinding SAT aan de achterkant van de TV.
5.4
Videoapparaat
HDMI
Een HDMI-aansluiting biedt de beste beeld- en
geluidskwaliteit.
Gebruik voor de beste signaaloverdracht een snelle
HDMI-kabel die niet langer is dan 5 meter. Sluit
apparaten die HDR ondersteunen aan op HDMI 2 of
HDMI 3.
Kopieerbeveiliging
HDMI-kabels ondersteunen HDCP (High-bandwidth
Digital Content Protection). HDCP is een signaal voor
kopieerbeveiliging om te voorkomen dat inhoud van
een DVD of Blu-ray Disc wordt gekopieerd. Dit wordt
ook wel DRM (Digital Rights Management) genoemd.
11