User manual

14
Instellingen
14.1
Beeld
Beeldinstellingen
Beeldstijl
Een stijl selecteren
instellingen > Beeld > Beeldstijl.
U kunt het beeld op eenvoudige wijze aanpassen
door een vooraf geprogrammeerde beeldstijl te
selecteren.
• AI - Alle beeldinstellingen worden automatisch
aangepast op basis van AI-algoritmen.
• Persoonlijk - De beeldinstellingen die u hebt
ingesteld bij de eerste configuratie
• Levendig - Ideaal voor TV kijken bij daglicht
• Natuurlijk - Instelling voor natuurlijke beelden
Standaard: de meest energiezuinige instelling,
fabrieksinstelling
• Film - Ideaal voor het bekijken van films met het
oorspronkelijke studio-effect
• Game*- Ideaal voor het spelen van games
• Monitor** - Ideaal voor weergave op PC's
Dag: voor ISF-kalibratie
Nacht: voor ISF-kalibratie
* Beeldstijl - Game is niet beschikbaar voor bepaalde
videobronnen.
** Beeldstijl - Monitor is alleen beschikbaar als de
HDMI-videobron op een PC kan worden gebruikt.
HDR wordt niet ondersteund in de modus Monitor. De
TV kan HDR-video's afspelen in de modus Monitor
maar er wordt geen HDR-verwerking toegepast.
Wanneer de TV een HDR-signaal (Hybrid Log
Gamma, HDR10 en HDR10+) ontvangt, selecteert u
hieronder een beeldstijl:
• HDR AI
• HDR Personal
• HDR Vivid
• HDR Natural
• HDR Movie
• HDR Game
Dag: voor ISF-kalibratie
Nacht: voor ISF-kalibratie
Selecteer een van de onderstaande beeldstijlen
wanneer de TV een Dolby Vision HDR-signaal
ontvangt:
• HDR AI
• HDR Personal
• HDR Vivid
• Dolby Vision helder
• Dolby Vision donker
• HDR Game
Een stijl herstellen
1 - Selecteer de beeldstijl die u wilt herstellen.
2 - Druk op de gekleurde toets Stijl herstellen en
druk op OK. De stijl wordt hersteld.
Een stijl aanpassen
Alle beeldinstellingen die u aanpast, zoals Kleur of
Contrast, worden opgeslagen in de geselecteerde
beeldstijl. Zo kunt u elke stijl aanpassen.
Alleen voor de stijl Persoonlijk kunnen de instellingen
voor elke bron worden opgeslagen in het menu
Bronnen.
Kleur, contrast, scherpte, helderheid
De beeldkleur aanpassen
Instellingen > Beeld > Kleur.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) om
de waarde voor kleurverzadiging van het beeld aan te
passen.
Het beeldcontrast aanpassen
Instellingen > Beeld > Contrast
achtergrondverlichting/OLED-contrast.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) als u
de contrastwaarde van het beeld wilt aanpassen.
U kunt de contrastwaarde verlagen als u het
stroomverbruik wilt doen afnemen.
De beeldscherpte aanpassen
Instellingen > Beeld > Scherpte.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) als u
de waarde van de beeldscherpte wilt aanpassen.
Helderheid aanpassen
Instellingen > Beeld > Helderheid.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) als
u het helderheidsniveau van het beeldsignaal wilt
instellen.
Opmerking: Bij een groot verschil tussen de
helderheidswaarde en de referentiewaarde (50)
neemt het contrast af.
46