operation manual

Table Of Contents
Geavanceerd beeld
Scherp beeld
Ruisonderdrukking
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Scherp
beeld > Ruisreductie.
Selecteer Maximum, Medium of Minimum als u het
niveau wilt instellen waarop de ruis in video-inhoud
wordt verwijderd.
Ruis is voornamelijk zichtbaar als kleine bewegende
stippen die op het beeldscherm te zien zijn.
MPEG-artefactreductie
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Scherp
beeld > MPEG-artefactreductie.
Selecteer Maximum, Medium of Minimum voor de
mate waarin artefacten in digitale video-inhoud
vloeiender worden gemaakt.
MPEG-artefacten hebben meestal de vorm van kleine
blokjes of kartelranden in het beeld.
Geavanceerde scherpte-instellingen
Ultra-resolutie
Instellingen >
Beeld > Geavanceerd > Scherpte > Ultra
resolution.
Selecteer Aan voor ongelooflijk scherpe lijnen en
details.
Kleurinstellingen
Geavanceerde kleurinstellingen
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Kleur.
De kleurverbetering aanpassen
Instellingen > Alle instellingen > Beeld > Geava
nceerd > Kleur > Kleurverbetering.
Selecteer Maximum, Medium of Minimum om het
niveau van de kleurintensiteit en de details in heldere
kleuren in te stellen.
Opmerking: Niet beschikbaar wanneer er een Dolby
Vision-signaal wordt gedetecteerd.
Het kleurengamma aanpassen
Instellingen > Alle instellingen > Beeld > Geava
nceerd > Kleur > Kleurengamma.
Selecteer Normaal of Breed om het type
kleurengamma in te stellen.
Opmerking: Niet beschikbaar wanneer een signaal
met een breed kleurengamma wordt gedetecteerd.
De vooraf ingestelde kleurtemperatuur selecteren
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Kleur >
Kleurtemperatuur .
Selecteer Normaal, Warm of Koel om de
gewenste kleurtemperatuur in te stellen.
Witpuntuitlijning
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Kleur >
Witpuntuitlijning.
Pas de witpuntuitlijning aan op grond van de
geselecteerde kleurtemperatuur van het beeld. Druk
op de pijlen (omhoog) of (omlaag) om de
waarde aan te passen.
Kleurregeling bepalen (Kleurschakering, Verzadiging
en Intensiteit)
Instellingen
> Beeld > Geavanceerd > Kleur > Kleurregeling.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) als u
de waarde van Kleurschakering, Verzadiging en
Intensiteit voor de kleuren Rood, Geel, Groen, Cyaan,
Blauw en Magenta wilt aanpassen. Druk op de
gekleurde toets Reset om de beeldstijl te resetten.
Als u alle waarden wilt terugzetten naar de
standaardwaarden, selecteert u Alles resetten .
Opmerking: Alleen beschikbaar als de beeldstijl
Calman is.
Modus Alleen RGB
Instellingen
> Beeld > Geavanceerd > Kleur > Modus Alleen
RGB.
Selecteer Rood, Groen of Blauw om het beeld om
te schakelen naar enkel de geselecteerde kleur, of
selecteer Uit om de modus RGB uit te schakelen.
Opmerking: Alleen beschikbaar als de beeldstijl
Calman is.
Geavanceerde contrastinstellingen
49