operation manual

Table Of Contents
normaal.
Als de TV hierna nog altijd niet reageert op de
afstandsbediening, kunt u controleren of de
afstandsbediening werkt met de camera van een
mobiele telefoon. Schakel de cameramodus van de
telefoon in en richt de afstandsbediening op de lens
van de camera. Als u op een willekeurige knop van de
afstandsbediening drukt en u het infrarode LED-
lampje van de camera ziet knipperen, werkt de
afstandsbediening naar behoren. De TV moet worden
gecontroleerd.
Als de het lampje niet knippert, is de
afstandsbediening mogelijk defect of zijn de
batterijen bijna leeg.
U kunt de afstandsbediening niet op deze manier
controleren als deze draadloos is gekoppeld aan de
TV.
De TV schakelt opnieuw over op de stand-bystand
nadat het startscherm van Philips is weergegeven
Wanneer de TV in stand-bystand staat, wordt een
startscherm van Philips weergegeven. Vervolgens
schakelt de TV opnieuw over op de stand-bystand.
Dit is normaal. Wanneer de voeding van de TV wordt
uitgeschakeld en vervolgens weer ingeschakeld,
wordt het startscherm de volgende keer dat u de TV
inschakelt weergegeven. Als u de TV wilt inschakelen
vanuit de stand-bystand, drukt u op op de
afstandsbediening of op de TV.
Het lampje van de stand-bystand blijft knipperen
Haal het netsnoer uit het stopcontact. Wacht 5
minuten en sluit het snoer vervolgens weer aan. Als
het lampje opnieuw begint te knipperen, dient u
contact op te nemen met de Philips Klantenservice.
Zenders
Er zijn tijdens de installatie geen digitale zenders
gevonden
Lees de technische specificaties om te controleren of
uw TV in uw land DVB-T of DVB-C ondersteunt.
Zorg dat alle kabels goed zijn aangesloten en dat het
juiste netwerk is geselecteerd.
Eerder ingestelde zenders staan niet in de lijst met
zenders
Controleer of de juiste zenderlijst is geselecteerd.
Beeld
Geen beeld/vervormd beeld
• Controleer of de antenne goed is aangesloten op de
TV.
• Controleer of het juiste apparaat is geselecteerd als
weergavebron.
• Controleer of het externe apparaat of de externe
bron op de juiste wijze is aangesloten.
Geluid maar geen beeld
• Schakel over naar andere videobronnen en schakel
vervolgens terug naar de huidige bron. Herstel
vervolgens de beeldstijl in Beeldinstellingen of voer
Fabrieksinstellingen herstellen uit onder de optie
Algemene instellingen.
Slechte antenne-ontvangst
• Controleer of de antenne goed is aangesloten op de
TV.
• Luidsprekers, ongeaarde audio-apparaten,
neonlampen, hoge gebouwen en andere grote
voorwerpen kunnen de ontvangstkwaliteit
beïnvloeden. Probeer de ontvangstkwaliteit indien
mogelijk te verbeteren door de richting van de
antenne te wijzigen of door apparaten weg van de TV
te verplaatsen.
• Als de ontvangst voor slechts één zender slecht is,
probeert u deze zender met Handmatige installatie,
fijn af te stemmen.
Slecht beeld van een apparaat
• Controleer of het apparaat goed is aangesloten.
Controleer indien van toepassing of de
apparaatuitgang voor video is ingesteld op de hoogst
mogelijke resolutie.
• Herstel de beeldstijl of wijzig in een andere
beeldstijl.
De beeldinstellingen wijzigen na een tijdje
Zorg ervoor dat Locatie is ingesteld op Thuis . U
kunt instellingen wijzigen en opslaan in deze modus.
Er verschijnt een reclamebanner
Zorg ervoor dat Locatie is ingesteld op Thuis.
Het beeld past niet op het scherm
• Wijzig het beeldformaat.
• Wijzig het Beeldformaat in Origineel .
De beeldpositie is niet juist
• Beeldsignalen van sommige apparaten worden
mogelijk niet juist weergegeven op het scherm.
Controleer de signaaluitgang van het verbonden
apparaat.
• Wijzig het Beeldformaat in Origineel .
Het computerbeeld is niet stabiel
Controleer of de PC de ondersteunde resolutie en
vernieuwingsfrequentie gebruikt.
90