operation manual

NEDERLAND
• 100 •
bEschRIJVINg VAN DE oNDERDELEN
Fig.01
1 Houder voor de koffiebonen
2 Afneembaar deksel voor de houder van de koffiebonen (aroma
bewaring)
3 Instelknop voor de koffiemaling
4 Instelknop voor de dosis
5 Deksel van de koffiedosering van de poederkoffie
6 Kopjeswarmer
7 Hoofdschakelaar (ON/OFF)
8 Deksel van het waterreservoir
9 Waterreservoir
10 Afvalbak voor de koffieprut
11 Voedingskabel
12 Lekbak+rooster
13 In hoogte verstelbare koffie afgifte
14 Stoompijp/heetwaterpijp
15 Voorpaneel
16 Knop voor de stoomafgifte
17 Koffiegroep
18 Bedieningspaneel
19 Regelknop E.Plus System
20 Borsteltje voor de reiniging
21 Maatschep gemalen koffie
Bedieningspaneel
22 Selectieknop espressokoffie
/
“Pagina omhoog” in de programmeerwijze
23 Knop voor afgifte koffie
/
“Pagina omlaag” in de programmeerwijze
24 Knop voor afgifte aangelengde koffie
/
ESC in de programmeerwijze
25 Selectieknop gemalen koffie
26 Selectieknop heetwaterfunctie
27 Selectieknop ontkalkfunctie
28 Selectieknop Programmering
/
OK” in de programmeerwijze
29 LCD-display
30 Drijver voor volle lekbak
4 INsTALLATIE
Voor uw eigen veiligheid en die van anderen dient u zich
nauwgezet aan de Veiligheidsvoorschriftenvan in hoofdstuk
3, te houden.
4.1 Verpakking
De oorspronkelijke verpakking was gepland en uitgevoerd om het
apparaat gedurende de verzending te beschermen. Het wordt aan-
geraden deze verpakking voor mogelijke toekomstige verzendingen
te bewaren.
4.2 Voorbereidende bewerkingen
Het espresso apparaat uit de verpakking halen en het in een
geschikte plaats zetten overeenkomstig met de beschreven en
verlangde eigenschappen voor de veiligheid (hoofdstuk 3).
Open het deurtje van het apparaat, verwijder de druppelbak (12) uit
de verpakking en plaats daar de koffiediklade (10) in; vervolgens
plaatst u de druppelbak in het apparaat (Fig.21).
Zich ervan verzekeren dat de lekbak + rooster (Fig.01-pos.12), de
afvalbak voor de koffieprut (10) en de koffiegroep (17) nauwkeurig
zijn ingevoerd en het voorpaneel (15) gesloten is.
Het reinigingsborsteltje (20), en het maatschepje voor de gemalen
koffie (21) , die tezamen met het apparaat geleverd worden, steeds
binnen handbereik houden.
Indien bij inschakeling van het apparaat het display
een storing aangeeft, dan betekent dit dat een van de
boven beschreven delen niet juist geplaatst is. (zie par.17)
4.3 De eerste inbedrijfstelling
Het deksel van het waterreservoir (Fig.02) openen en het reservoir
(Fig.03) verwijderen. Het reservoir afspoelen en met drinkwater vul-
len (Fig.04); het wordt aangeraden, het aangeduide teken MAX.”
niet te overschrijden. Het waterreservoir dus weer in de doelmatige
opening plaatsen en het deksel sluiten.
Slechts fris en koolzuurvrij water in het waterreservoir
(9) gieten. Warm water en andere vloeistoffen kunnen
het reservoir en/of het apparaat beschadigen. Het apparaat
nooit zonder water in bedrijf zetten: zich altijd ervan verze-
keren dat er genoeg water in het reservoir voorhanden is.
Het deksel optillen (Fig.05) en de koffiebonen in de laadkist storten
(Fig.06).
Slechts koffiebonen gebruiken. Gemalen en oploskoffie,
ofwel andere voorwerpen kunnen het toestel beschadigen.
Het deksel op het koffiereservoir (1) plaatsen.
Stop de stekker in het stopcontact, dat zich op de achterkant van