operation manual

NEDERLAND
• 101 •
het apparaat (Fig.07) bevindt, na gecontroleerd te hebben dat de
hoofdschakelaar op O” staat. De stekker aan de andere kant van
de kabel in een stopcontact met overeenkomstige stroom, in de
muur steken.
Wanneer u het apparaat ontvangt, staat de hoofdschakelaar op (O);
om het apparaat in te schakelen, is het voldoende op de knop te
drukken (Fig.08); het apparaat begint met opwarmen en op het
display verschijnt:
SPOELING
OPWARMEN ...
Wanneer de juiste temperatuur bereikt wordt, verricht het apparaat
een spoelcyclus.
Om het circuit te laden, dient u de stoompijp (Fig.01-pos.14) op de
lekbak te richten, een kop of bakje onder de tuit van de stoompijp
te plaatsen en op knop (26) te drukken. Op het display verschijnt
afwisselend de volgende tekst:
SPOELING
OPWARMEN ...
Draai de knop (Fig.09) tegen de wijzers van de klok in en wacht
tot het water op regelmatige wijze uit de stoompijp komt. Om
de waterafgifte te onderbreken, draait u de knop met de wijzers
van de knop mee.
Opmerking: Voordat u het apparaat voor het eerst in
werking stelt, of wanneer het lange tijd niet gebruikt
werd en het waterreservoir volledig geleegd werd, bent u ver-
plicht het circuit van het apparaat te laden. Bovendien moet het
circuit telkens geladen worden, wanneer het betreffende bericht
op het display verschijnt.
ONTLUCHTEN
Druk opnieuw op knop 26.
Na de opwarmfase toont het display het volgende bericht:
FUNCTIE KIEZEN
KLAAR V. GEBR.
Nadat de bovengenoemde bewerkingen beëindigd zijn, is het
apparaat klaar voor gebruik.
Om koffie, warm water of stoom uit te schenken en het apparaat
juist te benutten, moet men zich nauwkeurig aan de volgende
gebruiksaanwijzingen houden.
5 KoffIEmALEN (fIg. 10)
Waarschuwing! Het handvat voor de instelling van de
koffiemaling bevindt zich in het reservoir (Fig.10) en
mag enkel gedraaid worden indien de koffiemaler werkt. Geen
gemalen koffie in de houder voor de koffiebonen doen.
Het is verboden welk materiaal ook, behalve koffiebonen, in
het apparaat in te voeren. De koffiemaler bevat bewegende
onderdelen die gevaarlijk kunnen zijn; er dus nooit met vin-
gers en/of andere voorwerpen ingaan. De hoofdschakelaar (7)
eerst uitschakelen en de kabel uit het stopcontact verwijderen
alvorens in het bonenreservoir te werken. Geen koffiebonen in
de koffiemaler doen als deze in bedrijf is.
De kwaliteit en de smaak van de koffie hangen zowel van het malen
als van de koffiemelange af. Het toestel is van een knop (Fig.10) voor
de instelling van de maalgraad voorzien.
Om de maalgraad te veranderen, moet aan de knop met graden ge-
durende het malen gedraaid worden; de cijfers op het handvat duiden
de maalgraad. Elk toestel wordt in de fabriek op een gemiddelde
maalgraad ingesteld: wanneer het malen te fijn is, is het noodzakelijk
het handvat op grover malen in te stellen; wanneer het malen te grof
is, is het noodzakelijk het handvat op fijner malen in te stellen.
De verandering in de maalgraad wordt pas na het uitschenken van
drie/vier kopjes koffie merkbaar.
Gelieve koffiebonen voor espresso apparaten te gebruiken. Uiterste
maalgraden (vb. 1-16) moeten vermeden worden; in deze gevallen
moeten verschillende koffiemelanges gebruikt worden. De koffie altijd
in een luchtdichte doos en op een koele plaats bewaren.
Het malen moet ingesteld worden wanneer de koffie niet op een
regelmatige manier uitloopt.
Te snelle afgifte = te grof gemalen > draai de knop op lagere
waarden;
Druppelsgewijze en/of geen afgifte = te fijn gemalen > draai de
knop op hogere waarden.
6 AfsTELLINg VAN DE KoffIEDosIs
(fIg.11)
Met dit apparaat is het mogelijk de koffiehoeveelheid, die men
wil malen, te doseren. De dosering wordt door de fabrikant op een
dergelijke gemiddelde waarde ingesteld dat aan het grootste deel van
de vereisten tegemoet gekomen wordt. Door de knop (Fig.11), die zich
in de koffiebonenhouder bevindt, tegen de wijzers van de klok in te
draaien, neemt de dosis gemalen koffiepoeder toe; de dosis gemalen
koffiepoeder wordt minder indien men de knop met de wijzers van de
klok meedraait. De afstelling van de koffiedosis moet uitgevoerd worden
voordat op de knop voor de koffie-afgifte gedrukt wordt.
Op deze manier verkrijgt men een goede koffie-afgifte en kan men alle
in de handel verkrijgbare koffiesoorten gebruiken.
7 E.pLus sysTEm
Het apparaat bevat een voorziening voor de instelling van de sterkte
van de afgegeven koffie: het E.Plus System.
Met dit systeem kan een optimale afgifte van de koffie plaatsvinden,
met alle in de handel verkrijgbare koffiesoorten.