User manual

6 De filters
vervangen
Indicator voor vervangen
van het lter
De luchtzuiveraar is voorzien van
een indicator voor het vervangen
van het lter die ervoor zorgt dat
het luchtzuiveringslter optimaal
functioneert wanneer het apparaat
in bedrijf is. De ltercode wordt
weergegeven op het scherm als de
lters moeten worden vervangen.
Wanneer de lters niet op tijd worden
vervangen, zal de luchtzuiveraar
stoppen met werken en automatisch
worden vergrendeld.
De lters vervangen
Opmerking
De luchtzuiveringslters mogen niet
worden gewassen of gestofzuigd.
Schakel de luchtzuiveraar altijd uit en
haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de lters vervangt.
Reinig de lters niet met een
stofzuiger.
Gebruik het voorlter niet als deze
beschadigd, versleten of kapot is.
Ga naar www.philips.com/support of
neem contact op met het Consumer
Care Centre in uw land.
148 NL
Indicatielampje
lterstatus
Actie
A3 wordt
weergegeven
op het scherm
Vervang het
NanoProtect serie
3-lter (FY1410)
C7 wordt
weergegeven
op het scherm
Vervang het
NanoProtect Active
Carbon-lter
(FY1413)
A3 en C7
worden
afwisselend
weergegeven
op het scherm
Beide lters
vervangen
1 Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.
2 Verwijder het gebruikte luchtlter
volgens het indicatielampje van de
lterstatus dat wordt weergegeven
op het scherm (afb. y). Gooi
gebruikte lters weg.
Opmerking
Raak het geplooide oppervlak van het
lter niet aan en ruik niet aan het lter.
Het lter bevat vervuilende stoen uit
de lucht.
3 Verwijder al het
verpakkingsmateriaal van het
nieuwe lter (afb. f).
4 Plaats de nieuwe lters in de
luchtzuiveraar (afb. g).
5 Steek de stekker van de
luchtzuiveraar in het stopcontact.
6 Houd de 3 seconden ingedrukt
om de levensduurteller van het lter
te resetten (afb. z).
7 Was uw handen na het vervangen
van een lter.