User manual

8 Problemen oplossen
Dit hoofdstuk behandelt in het kort de problemen die u kunt tegenkomen tijdens het
gebruik van uw apparaat. Als u er niet in slaagt het probleem op te lossen met behulp
van de onderstaande informatie, neem dan contact op met het Consumer Care Centre
in uw land.
Probleem Mogelijke oplossing
De luchtzuiveraar
werkt niet, hoewel
deze wel is
ingeschakeld en
de stekker in het
stopcontact zit.
Controleer of de voorklep correct is geplaatst.
De code voor het vervangen van het lter wordt
weergegeven op het scherm, maar u hebt het
overeenkomstige lter niet vervangen. Het apparaat
wordt vergrendeld als u het verlopen lter blijft gebruiken.
Vervang in dit geval het lter en reset de levensduurteller
van het lter.
De luchtzuiveraar
werkt niet, terwijl
deze wel is
ingeschakeld.
De ltervervangingsindicator brandt al een tijd, maar
u hebt het bijbehorende lter niet vervangen. Nu is de
luchtzuiveraar vergrendeld. Vervang in dit geval het lter en
reset de levensduurteller van het lter.
De luchtzuiveraar
gaat onbedoeld
uit.
De luchtzuiveraar herstart automatisch en schakelt de
eerder geopende modus in wanneer het weer stroom
heeft.
De luchtstroom
afkomstig uit de
luchtuitlaat is
aanzienlijk zwakker
dan voorheen.
Het voorlter is vuil. Maak het voorlter schoon (zie het
hoofdstuk 'Schoonmaken').
De luchtkwaliteit
wordt niet beter,
ook niet als de
luchtzuiveraar
al lange tijd is
ingeschakeld.
Eén van de lters is niet in de luchtzuiveraar geplaatst, of
het lter is niet correct geplaatst. Zorg dat alle lters correct
zijn geplaatst in de volgende volgorde, te beginnen met
het binnenste lter:
1) NanoProtect serie 3-lter (FY1410); 2) NanoProtect
ActiveCarbon-lter (FY1413); 3) voorlter.
De luchtkwaliteitsensor is vochtig. Zorg dat de
luchtkwaliteitsensor schoon en droog is (zie het hoofdstuk
'Schoonmaken').
De kleur van de
luchtkwaliteitsindi-
cator blijft ongewi-
jzigd.
De luchtkwaliteitsensor is verontreinigd. Maak de
luchtkwaliteitsensor schoon (zie het hoofdstuk
'Schoonmaken').
150 NL