User Manual

140 NL
5 Schoonmaken
Opmerking
Haal altijd de stekker uit het
stopcontact voordat u het apparaat
gaat schoonmaken.
Dompel het apparaat nooit in water of
een andere vloeistof.
Maak het apparaat nooit schoon met
schurende, agressieve of brandbare
schoonmaakmiddelen zoals bleek of
alcohol.
Alleen het voorfilter mag worden
afgewassen. Het luchtzuiveringsfilter
mag niet worden gewassen of
gestofzuigd.
Schoonmaakschema
Frequentie Schoonmaakmethode
Wanneer
nodig
Veeg het oppervlak van
het apparaat schoon
met een zachte, droge
doek
Als F0 op het
scherm wordt
weergegeven
Maak het voorfilter
schoon
Om de twee
maanden
De
luchtkwaliteitssensoren
schoonmaken
De behuizing van het
apparaat schoonmaken
Maak regelmatig de binnen- en
buitenkant van het apparaat schoon om
ophoping van stof te voorkomen.
1 Stof de behuizing van het apparaat
af met een zachte, droge doek.
2 Maak de luchtuitlaat uitsluitend
schoon met een zachte, droge
doek.
De luchtkwaliteitsensor
reinigen
Reinig de luchtkwaliteitssensor om
de 2 maanden om de luchtreiniger
optimaal te laten functioneren. Maak
de sensoren vaker schoon als u de
luchtreiniger in een stoffige omgeving
gebruikt.
Opmerking
Als de vochtigheidsgraad in de
ruimte zeer hoog is, bestaat
de kans op condensvorming
op de luchtkwaliteitssensor.
Hierdoor kan het gebeuren dat de
luchtkwaliteitsindicator aangeeft
dat de luchtkwaliteit slecht is,
terwijl dit niet zo is. In dit geval
moet u de luchtkwaliteitssensor
reinigen of een van de handmatige
snelheidsinstellingen gebruiken.
1 Maak de inlaat en de uitlaat van de
luchtkwaliteitsensor schoon met
een zachte borstel (afb. w).
2 Open het klepje van de
luchtkwaliteitsensor (afb. x).
3 Maak de luchtkwaliteitsensor,
de stofinlaat en de stofuitlaat
schoon met een licht bevochtigd
wattenstaafje (afb. y).