Operation Manual

22 NL
8 Problemen
oplossen
Waarschuwing
Verwijder de behuizing van dit apparaat nooit.
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren.
Hierdoor wordt de garantie ongeldig.
Als er zich problemen voordoen bij het gebruik
van dit apparaat, controleer dan het volgende
voordat u om service vraagt. Als het probleem
onopgelost blijft, gaat u naar de website van
Philips(www.philips.com/support).Alsu
contact opneemt met Philips, zorg er dan voor
dat u het apparaat, het modelnummer en het
serienummer bij de hand hebt.
Geen stroom
Controleer of het netsnoer van het
apparaat goed is aangesloten.
Zorg ervoor dat er stroom op het
stopcontact staat.
Om energie te besparen, schakelt het
systeem zichzelf automatisch uit als u
15 minuten nadat het afspelen is gestopt,
niet op een knop hebt gedrukt.
Geen geluid of matig geluid
Pas het volume aan.
Controleer of de luidsprekers goed zijn
aangesloten.
Controleer of de luidsprekerdraden zonder
isolatie goed zijn vastgeklemd.
Het apparaat reageert niet
Schakel naar de AUDIO IN-bron en houd
langer dan 8 seconden ingedrukt om
de standaardinstellingen van de unit te
herstellen.
Haal de stekker uit het stopcontact en
steek deze er vervolgens weer in. Schakel
het apparaat opnieuw in.
Een aantal knoppen op het apparaat werkt
niet of het apparaat werkt niet zoals u gewend
bent.
Mogelijk hebt u per ongeluk de
demomodus geactiveerd. Houd in dit geval
15 seconden ingedrukt wanneer het
apparaat is ingeschakeld, totdat ‘T-OFF’
wordt weergegeven. Als het probleem
aanhoudt, trekt u de stekker uit het
stopcontact, houdt u
ingedrukt en steekt
u dan de stekker van het netsnoer weer
in het stopcontact. Houd de knop nog
15 seconden ingedrukt tot alle lampjes
knipperen om de demomodus te verlaten.
Vervolgens kunt u het apparaat inschakelen
en bedienen zoals u gewend bent.
De afstandsbediening werkt niet
Voordat u op een van de functieknoppen
drukt, moet u eerst de juiste bron
selecteren met behulp van de
afstandsbediening in plaats van het
apparaat.
Houd de afstandsbediening dichter bij het
apparaat.
Plaats de batterij met de polariteiten (te
herkennen aan een plus- of minteken) in
de aangegeven positie.
Vervang de batterij.
Richt de afstandsbediening rechtstreeks
op de sensor aan de voorkant van het
apparaat.
Geen disc gevonden
Plaats een disc.
Controleer of de disc misschien
ondersteboven in de lade is geplaatst.
Wacht tot de condens van de lens is
verdwenen.
Plaats de disc opnieuw of maak de disc
schoon.
GebruikeengenaliseerdeCDofgeschikt
discformaat.