User manual

12 NL
Tracks overslaan
Tijdens het afspelen van een CD:
Druk op
/ om tracks te selecteren.
Tijdens het afspelen van een MP3-disc of USB-
opslagapparaat:
1 Druk op / om een album of map te
selecteren.
2 Druk op / om een track of bestand
te selecteren.
Tracks programmeren
Met deze functie kunt u tot 20 tracks in de
gewenste volgorde programmeren.
1 Druk in de stopmodus op PROG om de
programmeermodus te activeren.
» [PROG] (programma) en [001 PR 01]
worden weergegeven.
2 Druk voor MP3-tracks op / om een
album te selecteren.
3 Druk op / om een track te
selecteren en druk vervolgens op PROG
om uw keuze te bevestigen.
4 Herhaal stap 2 en 3 om meer tracks te
programmeren.
5 Druk op om de geprogrammeerde
tracks af te spelen.
» Tijdens het afspelen wordt [PROG]
(programmeren) weergegeven.
Het programma wissen
drukt u twee keer op
.
Afspelen vanaf Bluetooth-
apparaten
Opmerking
Het effectieve werkbereik tussen het apparaat en het
Bluetooth-apparaat is ongeveer 10 meter.
Obstakels tussen het basisstation en het apparaat
kunnen het werkbereik verminderen.
Compatibiliteit met alle Bluetooth-apparaten is niet
gegarandeerd.
1 Druk op om Bluetooth als bron te
selecteren.
» [BT] (Bluetooth) wordt weergegeven.
» De Bluetooth-indicator knippert blauw.
2 Schakel Bluetooth in op uw apparaat dat
A2DP (Advanced Audio Distribution
Prole)ondersteunt,enzoeknaar
Bluetooth-apparaten die kunnen
worden gekoppeld (raadpleeg de
gebruikershandleiding van het apparaat).
3
3
0000
PIN
Philips BTM2360
BT