User manual

Nederlands
132
Met de functie CD-SYNC kunt u snel en eenvoudig opnamen
maken van een CD. De tracknummering wordt automatisch
overgenomen van het bronmateriaal. Er kunnen geen
tracknummers handmatig worden toegevoegd. Bij analoog
bronmateriaal wordt een geluidspauze van 2 seconden of
meer automatisch als een volgend tracknummer
geïnterpreteerd.
Voorbereidende handelingen voor opnemen met
automatische start
1 Controleer of de disc volkomen stof- en krasvrij is.
2 Druk een aantal malen op EXT SOURCE totdat (afhankelijk
van de gebruikte aansluiting):
DIGITAL I, OPTICAL I of ANALOG oplicht en DIGITAL 1,
OPTICAL of ANALOG op het display verschijnt
(afhankelijk van de gebruikte aansluiting).
3 Druk in de stopstand van de CD-recorder vier maal op
REC TYPE om een complete disc of een programma
op te nemen.
d and SYNC beginnen te knipperen en de aanduidingen
REC EXT DISC en WAIT verschijnen, gevolgd door
het tracknummer, de totale resterende tijd en START
SOURCE.
Als het ingangslabel (DIGITAL I) knippert, is de digitale
verbinding niet juist.
Het opnemen starten
1 Druk op PLAY op de geselecteerde bron om het opnemen
te starten.
De CD-recorder begint automatisch op te nemen en d
brandt continu. Het nummer en de tijd van de track
verschijnen op het display.
Als u echter de bron midden in een track start, begint het
opnemen aan het begin van de volgende track of, bij een
analoge opname, na een geluidspauze van 2.7 seconden.
• Om de totale resterende opnametijd op de CDR(W) te
controleren, op toets DISPLAY drukken. (Dit is ook mogelijk
tijdens het opnemen.)
• Het opnameniveau kan worden ingesteld met de knop EASY
JOG/ENTER.
De CD-recorder stopt automatisch.
2 Het opnemen kan handmatig worden gestopt door op STOP
te drukken op de CD-recorder.
UPDATE licht op en SYNC en d gaan uit.
Als op STOP 9 wordt gedrukt binnen 3 seconden nadat op
PLAY werd gedrukt, zal er geen opname worden gemaakt.
Het opnemen kan worden onderbroken door op PAUSE te
drukken op de CD-recorder.
d begint te knipperen. (Opnemen met automatische
start is gedeactiveerd.) Om het opnemen te hervatten,
dient u op RECORD op de CD-recorder te drukken.
Na het opnemen verschijnt gedurende enkele seconden de
aanduiding UPDATE op het display.
Opmerking:
- Als wordt opgenomen van een DAT- of DCC-recorder of van
analoge bronnen, zal het opnemen pas na een geluidspauze
van 20 seconden worden gestopt.
- Automatische tracknummering is altijd actief.
Belangrijk:
Als u de opgenomen CDR- of CDRW-disc wilt afspelen
op een gewone CD-speler, moet de disc eerst gefinali-
seerd worden. Zie Finaliseren van CDR- en CDRW-discs.
Gefinaliseerde CDRW-discs kunnen alleen worden
afgespeeld op een CD-speler die geschikt is voor het
afspelen van CDRW-discs.
Voor opnamen van een CD-wisselaar dient u altijd
gebruik te maken van REC EXT DISC.
REM
TRACK
REC
TIME
DIGITAL
OPTICAL
ANALOG
PROG
SHUFFLE
REPEAT
SCAN
I
I
CD
RW
CHANGER
SYNC MANUAL
RECORD
REMTOTAL
ALL
TRACK
TIME STEPTRACK
CD
RW
REM
TRACK
REC
TIME
DIGITAL
OPTICAL
ANALOG
PROG
SHUFFLE
REPEAT
SCAN
I
I
CD
RW
CHANGER
SYNC MANUAL
RECORD
REMTOTAL
ALL
TRACK
TIME STEPTRACK
CD
RW
OPEN / CLOSE
PLAY / PAUSE
STOP
REC
TYPE
OPEN / CLOSE
PLAY / PAUSE
STOP
EXT
SOURCE
ERASEFINALIZE
CDR
RECORD
PHONES
DISPLAY SCROLL
DJ MODE
REPEAT
SHUFFLE
PROG
CDR 77X AUDIO CD RECORDER
ANALOG
RW
Opnemen met automatische start van een
externe CD-speler CD-SYNC
OPNEMEN