Operation Manual
12. Tips & Trucs
12. Tips & Trucs 53
2 Neem de zwarte patroon eruit en zet in plaats
daarvan de fotopatroon erin. Laad deze met
de bijgevoegde Plug’n’Print-kaart (zie ook Patronen
wisselen). De fotopatroon is geactiveerd.
3 Voor een optimale printkwaliteit raden wij aan de
patronen na elke keer wisselen opnieuw in de juiste
positie te brengen. Bevestig de display-vraag nu
uitlijn. met OK. Druk op de X-toets, als u
de patronen niet opnieuw in de juiste positie wilt
zetten (zie ook Reiniging en onderhoud / Patronen
reinigen in de juiste positie zetten).
²
Vervang de fotopatroon na het printen van
de foto’s weer door de zwarte patroon om
kosten te besparen!
Bewaar tijdelijk verwijderde patronen in de be-
waarbox voor de fotopatroon om deze tegen uit-
drogen en stof te beschermen.
Printproblemen
verhelpen
Slechte printkwaliteit
Als de printkwaliteit van uw apparaat niet goed is, kan
het eraan liggen dat de beschermstroken niet volledig
van de patronen verwijderd zijn.
Open het apparaat en neem de patronen eruit. Verwij-
der eventueel aanwezige folieresten. Leg de patronen
weer terug en sluit het apparaat.
²
Voor een optimale printkwaliteit raden wij
aan de patronen na elke keer wisselen op-
nieuw in de juiste positie te brengen. Bevestig de
display-vraag nu uitlijn. met OK. Druk op
de X-toets, als u de patronen niet opnieuw in
de juiste positie wilt zetten (zie ook Reiniging en
onderhoud / Patronen reinigen in de juiste posi-
tie zetten).
Verticale strepen
Als er verticale strepen op uw afdrukken zitten, is het
scannerglas misschien vuil. Reinig het scannerglas (zie
ook Reiniging en onderhoud).
Inktniveau weergeven
Het apparaat registreert het verbruik van een patroon
en berekent daaruit het inktniveau.
Æ
Het aangegeven inktniveau is alleen bewijs-
krachtig, als u elke nieuwe patroon met de
bijgevoegde Plug’n’Print-kaart oplaadt!
1 Druk op MENU/OK en 822.
2 Kies met / voor welke patroon het inktniveau
aangegeven moet worden. Druk op OK.
²
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
met X stelt u de uitgangsmodus in.
Journaal afdrukken
Het journaal omvat een lijst van de 30 laatste bericht-
transmissies (faxberichten, Text2Fax/SMS/MMS-be-
richten*). Het journaal wordt na 30 transmissies auto-
matisch afgedrukt of u drukt het, indien nodig, zelf af:
Druk op MENU/OK en 37. Het journaal wordt
afgedrukt.
Opdrachten bewerken
Uw multifunctioneel apparaat maakt een lijst van alle
verzendopdrachten (faxberichten, Text2Fax/SMS/
MMS-berichten*) die zojuist worden uitgevoerd, voor
de afroep voorbereid zijn of op een later tijdstip verzon-
den moeten worden.
Opdracht oproepen of wijzigen
De status geeft inlichtingen over de opdrachtfunctie.
Documenten in de lijst kunnen volgende status hebben
:
znd – Later overdragen
doc – Verzenden op afroep
afr – Later afroepen van een fax
tr. – Opdracht wordt zojuist uitgevoerd
SMS – SMS-transmissie*
MMS – MMS-transmissie*
Druk op MENU/OK en 72. Selecteer met / de
opdracht die u wilt wijzigen en druk op OK. Toets de
gewenste wijzigingen in en bevestig dit met OK.
Opdracht meteen uitvoeren
Druk op MENU/OK en 71. Selecteer met / de
opdracht die u eerder wilt uitvoeren en druk op OK.
De opdracht wordt meteen uitgevoerd.
Opdracht wissen
Druk op MENU/OK en 73. Selecteer met / de
opdracht die u wilt wissen en druk op OK. Bevestig het
wissen van de opdracht met OK.
* SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk)
MMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk)
Text2Fax – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk)