Operation Manual
4. Drivers en software deïnstalleren 73
4. Drivers en software deïnstalleren
V, en bevestig dit in het navolgende ven-
ster met O.
²
Voor gebruikersgedefinieerde instellingen se-
lecteert u H. U kunt het PC-ver-
bindingstype veranderen door de USB-verbin-
ding te deïnstalleren of een draadloos netwerk
toe te voegen. Bovendien kunt u uw multifuncti-
oneel apparaat als netwerkprinter instellen.
4 Klik op V om met de deïnstallatie van
P P door te gaan. U kunt het programma
P P repareren of verwijderen. Selecteer
V, en klik op V.
5 Kies B om de instellingen
voor P P van de PC te wissen. Klik op V-
, en beëindig de deïnstallatie van P
P door in het navolgende venster op V-
te klikken.
4. Drivers en
software deïn-
stalleren
Deïnstallatie met de CD-ROM
Sluit alle lopende programma’s en toepassingen voordat
u met de deïnstallatie begint. Plaats de CD-ROM in het
CD-ROM-station van uw PC. (Start het programma
niet, zoek dan uw CD-ROM-station in Windows Ex-
plorer en selecteer met een dubbele klik het programma
S..)
1 Klik in het startvenster C S IH op
de knop P en selecteer in
het volgende keuzevenster A om de toepassin-
gen te deïnstalleren.
²
Als u bepaalde toepassingen wilt wissen, klikt
u op de knop A. De CD-ROM be-
geleidt u door de deïnstallatie van de geselecteer-
de toepassing.
2 U kunt het programma P I wijzi-
gen, repareren of verwijderen. Selecteer V-
, en klik op V. Bevestig de deïnstallatie
van P I met V.
²
Wilt u de deïnstallatie annuleren, klik dan op
A.
3 Uw PC bereidt de deïnstallatie voor. Markeer V-
om de apparaatdrivers te wissen. Klik op