operation manual

20 Muziek en mixen
1
tot en met
9
en die u kunt mixen: druk
op de toets die overeenkomt met het nummer dat
u wilt activeren.
Er zijn in totaal 16 nummers beschikbaar: druk
op één van de toetsen
1
tot en met
9
en
houd deze ingedrukt om de nummerselectielijst
te openen. Toets
5
is altijd gekoppeld aan de
spraakopname.
5.
Het geactiveerde nummer wordt oranje
weergegeven en in de bovenstaande tabel wordt
de naam weergegeven van de bijbehorende
melodie en het bijbehorende instrument.
Melodieën en instrumenten van een
nummer wijzigen
Druk voor het nummer dat u wilt wijzigen op één van
de toetsen
1
tot en met
9
en houd deze
ingedrukt. In de lijst die nu wordt weergegeven kunt u
eerst de huidige melodie voor het geselecteerde
nummer wijzigen en vervolgens de instrumenten die in
de melodie worden gebruikt.
Melodie
1.
De actieve melodie die in het geselecteerde
nummer wordt gebruikt, is de eerste die in de lijst
is gemarkeerd. Druk op
+
of
-
om een andere
melodie te selecteren (de melodie wordt
automatisch afgespeeld wanneer u deze selecteert)
en druk vervolgens op
,
om uw keuze te
bevestigen.
2.
De naam van de geselecteerde melodie wordt
boven in de display weergegeven. Druk op
>
om
de lijst met instrumenten te openen die in deze
melodie worden gebruikt.
Instrumenten
1.
Het actieve instrument dat in de geselecteerde
melodie wordt gebruikt, is het eerste dat in de lijst
is gemarkeerd.
2.
Druk op
-
of
+
om het volgende of vorige
instrument te selecteren en druk vervolgens op
,
om dit te selecteren.
Het tempo wijzigen
1.
Druk op
#
om het veld
Te m p o
te activeren.
2.
Het
Te m p o
(dat wordt weergegeven in bpm of
"beats per minuut") wordt toegepast op alle
nummers. Druk op de gemarkeerde toets
<
of
>
om het tempo te verhogen of verlagen.
U hoeft het
Te m p o
niet op te slaan. Er wordt
automatisch rekening mee gehouden.
3.
Druk op
c
of
,
om naar de vorige display
te gaan.
U kunt het
Te m p o
niet wijzigen terwijl u nummers
afspeelt of een mix opneemt.