Operation Manual

30
Opname
Inhoudsopgave
5.2.2 Spraakactiveringsfunctie gebruiken
Met de spraakactiveringsfunctie start het apparaat met de opname,
zodra u begint te praten. Als u ophoudt met praten, onderbreekt het
apparaat de opname na drie seconden. Zodra u weer begint te praten,
wordt de opname voortgezet.
Met het spraakactiveringsniveau legt u vast vanaf welke geluidssterkte
het apparaat met de opname begint.
1
Leg de instellingen voor de Spraakactivering vast in het
instellingsmenu en schakel de functie in (zie ook hoofdstuk 9.1.11
Spraakactiveringsfunctie in- en uitschakelen, pagina 45).
X Als de functie is ingeschakeld, wordt op het display het
symbool weergegeven.
2
Druk op de opnameknop g.
X Het apparaat gaat in stand-by. Op het display wordt het
symbool voor een gepauzeerde opname (|) weergegeven. Het
apparaat start de opname zodra u begint te praten. Als u ophoudt
met praten, pauzeert het apparaat de opname na drie seconden.
3
Druk op de stopknop j, om de opname te beëindigen.
X Het apparaat keert terug in stopmodus.
Tip
• Tijdens de opname kunt u met + / het spraakactiveringsniveau
aanpassen.