Operation Manual

31
Weergave
Inhoudsopgave
6 Weergave
Tip
• Voor een betere weergave kunt u de ClearVoice-functie
inschakelen. Zachte passages worden dynamisch aangepast,
waardoor zachte stemmen duidelijker en beter verstaanbaar
worden weergegeven (zie ook hoofdstuk 9.3.2 ClearVoice in- en
uitschakelen, pagina 50).
6.1 Opname kiezen
1
Druk in stopmodus (startscherm) op INDEX/a, om een map te
kiezen.
X Afhankelijk van de geselecteerde opslaglocatie worden de
volgende symbolen weergegeven: u, v, w, x, y–intern
geheugen, à, á, â, ã, ä–geheugenkaart. (A, B, C en D zijn
mappen voor opnames, de mapy/ä bevat muziekbestanden).
2
Druk in stopmodus op b.
a De Positieweergave springt naar het einde van de opname.
b De positieaanwijzer springt naar het begin van de volgende
opname.
3
Druk in stopmodus op h.
a De positieaanwijzer springt naar het begin van een opname.
b De positieaanwijzer springt naar het einde van de vorige
opname.
Aanwijzing
• Als een opname indexmarkeringen bevat, springt u met h / b
naar de vorige of de volgende indexmarkering.
X Op het display verschijnt in plaats van de totale opnametijd
voor korte tijd het nummer van de indexmarkering.
Aanwijzing
DVT3200 – DVT7000:
• Het apparaat ondersteunt muziekbestanden in de formaten WMA
en MP3. Kopieer deze bestanden naar de map Music, als het
apparaat op een computer is aangesloten. U vindt de bestanden in
de map y/ä op het apparaat. Tijdens de weergave wordt op het
display het symbool van het muziekformaat weergegeven:
–MP3-bestand
–WMA-bestand
• Bestanden met kopieerbeveiliging (Digital Rights Management,
DRM) worden niet ondersteund.
• Het apparaat kan maximaal 99 muziekbestanden aangeven.