Operation Manual

33
Bewerken en wissen
Inhoudsopgave
7 Bewerken en wissen
U kunt een deel van een opname overschrijven of een nieuwe opname
toevoegen. U kunt lange opnames splitsen om ze beter te kunnen
bewerken. Afzonderlijke opnames kunt u op het apparaat wissen.
7.1 Opname bewerken
7.1.1 Opname toevoegen of overschrijven
U kunt een bestaande opname bewerken door een deel van de
opname te overschrijven of aan het einde van een opname een nieuwe
opname toe te voegen. In overschrijvingsmodus wordt de aanwezige
opname vanaf de actuele positie gewist!
Aanwijzing
Bij het bewerken wordt de opnamekwaliteit van de
oorspronkelijke opname gebruikt.
1
Stel de gewenste bewerkingsmodus in (zie ook hoofdstuk 9.1.7
Bewerkingsmodus instellen, pagina 41).
X Op het display wordt het symbool van de gekozen
bewerkingsmodus weergegeven:
Å–Opname toevoegen
Æ–Opname overschrijven
Let op
In overschrijvingsmodus wordt de aanwezige opname vanaf de
actuele positie gewist!
2
Kies in stopmodus (startscherm) met INDEX/a de map waarin u
de opname wilt bewerken.
Aanwijzing
In de map voor de muziekbestanden (y/ä) kunt u geen
bestanden bewerken.
3
Kies met h / b de opname die u wilt bewerken.
4
Opname overschrijven: Speel de opname af tot aan de plaats
waar u een nieuw deel wilt toevoegen, gebruik de snelzoekfunctie
of spring met
h / b naar een indexmarkering.
5
Druk op de pauzeknop e om de weergave te pauzeren.
6
Druk op de opnameknop g om de opname van het nieuwe deel te
starten.
X De nieuwe opname overschrijft de rest van de opname of
wordt aan het einde toegevoegd, afhankelijk van de ingestelde
bewerkingsmodus.
7
Tijdens de opname kunt u op de opnameknop drukken g om de
opname te pauzeren.
8
Druk op de stopknop j om de opname te bindigen.