Operation Manual

50 Instellingen
Inhoudsopgave
5
Kies met + / –, of het apparaat na 5, 15, 30 of 60 minuten
automatisch moet worden uitgeschakeld als er geen knop wordt
ingedrukt.
6
Bevestig het met de opnameknop g.
7
Druk op de stopknop j om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
9.3.5 Alarm instellen
U kunt het apparaat gebruiken als wekker of als herinnering voor
afspraken. Op de ingegeven tijd speelt het apparaat een alarmsignaal of
de gekozen opname af.
1
Druk in stopmodus (startscherm) op MENU.
2
Kies met h / b het menu voor apparaat-instellingen ×.
3
Kies met + / – de functie Alarm.
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Kies met + / – de functie Set time om de alarmtijd in te stellen.
6
Stel de datum en de tijd in zoals beschreven (zie ook hoofdstuk
9.3.1 Datum en tijd instellen, pagina 48).
7
Bevestig het met de opnameknop g.
8
Kies met + / – de functie Set source om het alarmsignaal in te
stellen.
9
Kies met + / –, of het apparaat als alarmsignaal een alarmgeluid, een
opname (die u kunt kiezen), of een ingestelde radiozender moet
weergeven.
10
Bevestig het met de opnameknop g.
X Als de functie is ingeschakeld, wordt op het display het
symbool ¿ weergegeven.
11
Kies met + / – de functie Off om het alarm uit te schakelen.
Tip
• Druk op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
9.3.6 Knop- en geluidssignalen in- en uitschakelen
1
Druk in stopmodus (startscherm) op MENU.
2
Kies met h / b het menu voor apparaat-instellingen ×.
3
Kies met + / – de functie Device sounds.
4
Bevestig het met de opnameknop g.