Operation Manual

100
Nederlands
Bedieningsknoppen (afbeelding op pagina 3)
Bedieningsknoppen op het
systeem en de afstandsbediening
1 STANDBY ON y
om het systeem aan te zetten of stand-by te
schakelen.
2 TUNER (BAND)
om het golfgebied te kiezen : FM of MW.
TAPE (TAPE 12)
om het cassettedeck te bedienen.
3 ECO POWER
om het systeem aan te zetten of in de
energiebesparende stand-by-stand te schakelen.
4 CD 1/ CD 2/ CD3 (CD 1/2/3)
om het cd-vak te kiezen 1, 2 of 3.
5 DSC (DIGITAL SOUND CONTROL)
om het gewenste klankeffect te kiezen :
JAZZ, ROCK, TECHNO of OPTIMAL.
6 OPEN/CLOSE
om de cd-lade te openen of te sluiten.
7 DISC CHANGE
om cd’s te verwisselen.
8 DBB (DYNAMIC BASS BOOST)
om het niveau voor de basversterking te kiezen.
9 PROGRAM
bij CD ................. om cd-nummers te
programmeren.
bij TUNER ........ om radiozenders te
programmeren.
bij CLOCK ....... om te kiezen tussen het 12-uurs-
en 24-uurssysteem voor de klok.
bij TIMER ............om een cd-programma als
wekker te kiezen.
0 Ediening van cassettedeck 1
â .........................om het opnemen te starten.
É .........................om het afspelen te starten.
à / á ...............om de cassette terug/ vooruit te
spoelen.
70 .......................om het afspelen/opnemen te
beëindigen of om de
cassettehouder te openen.
Å .........................om het afspelen of opnemen te
onderbreken.
! Ediening van cassettedeck 2
É .........................om het afspelen te starten.
à / á ...............om de cassette terug/ vooruit te
spoelen.
70 .......................om het afspelen te beëindigen of
om de cassettehouder te
openen.
Å .........................om het afspelen te onderbreken.
@ CLOCKTIMER
om de tijd weer te geven, de klok in te stellen en
de timer in te stellen.
# DIM MODE (DIM)
om te kiezen uit de verschillende dimstanden :
DIM 1, DIM 2, DIM 3 of DIM OFF (uit).
$ n
aansluiting voor een hoofdtelefoon.
% MASTER VOLUME v w (VOL +/-)
om het volume harder of zachter te zetten.
^ Per apparaat verschillend
PLAY•PAUSE ÉÅ
bij CD ................. om het afspelen te starten en te
onderbreken.
bij PLUG & PLAY…(enkel op het systeem) om
Plug & Play op te starten.
SEARCH•TUNING à á
bij CD ................. om een vorige/volgende passage
te zoeken.
bij TUNER ......... om af te stemmen op een lagere
of hogere radiofrequentie.
bij CLOCK ....... (enkel op het systeem) om het uur
in te stellen.
STOP•CLEAR / DEMO STOP Ç
bij CD ................. om het afspelen te beëindigen of
om een programma te wissen.
bij TUNER ........ (enkel op het systeem) om het
programmeren te beëindigen of
om een gekozen voorkeurzender
te wissen.
bij DEMO ......... (enkel op het systeem) om het
demonstratieprogramma in/ uit
te schakelen.
bij CLOCK ....... (enkel op het systeem) om het
instellen van de klok te
beëindigen of de timer uit te
schakelen.
bij PLUG & PLAY…(enkel op het systeem) om
Plug & Play te beëindigen.