Operation Manual

116
Nederlands
3139 115 20612
Voorbereiding
FM-antenne
U kunt de FM-stereo-ontvangst verbeteren door
een FM-buitenantenne aan te sluiten op de
aansluitbus FM ANTENNA.
C Luidsprekeraansluitingen
Voorluidsprekers
Sluit de luidsprekerkabels aan op de
aansluitklemmen SPEAKERS (FRONT), de
rechterluidspreker op "R" en de linkerluidspreker
op "L", de gekleurde (gemerkte) draad op de "+"
en de zwarte (ongemerkte) draad op de "-".
1
2
Zet het afgestripte uiteinde van de kabel vast in
de klem zoals hieronder aangegeven.
Achterluidsprekers (surround)
Sluit de luidsprekerkabels aan op de
aansluitklemmen REAR SURROUND, de
rechterluidspreker op "R" en de linker op "L" de
gekleurde (gemerkte) draad op de "+" en de
zwarte (ongemerkte) draad op de "-" .
Middenluidspreker
Sluit de luidsprekerkabels aan op de
aansluitklemmen CENTER, de gekleurde
(gemerkte) draad op de "+" en de zwarte
(ongemerkte) draad op de "-" .
Opmerkingen:
Gebruik voor een optimale geluidsweergave de
bijgeleverde luidsprekers.
Sluit niet meer dan één luidspreker aan op elk
paar luidsprekerklemmen
+
/
-
.
Sluit geen luidsprekers aan met een impedantie
die lager is dan die van de bijgeleverde luidsprekers.
Zie hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS in deze
gebruiksaanwijzing.
Extra aansluitingen
Er zijn geen extra apparaten en aansluitkabels
bijgeleverd. Volg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten apparatuur voor meer details.
Aansluiten van andere apparaten op uw
systeem
Sluit de linker- en rechteraudio-uitgangen (OUT)
van een tv, een videorecorder, een
laserdiskspeler, een DVD-speler of een cd-
recorder aan op de ingangen AUX/CDR IN.
Opmerking:
Als u een apparaat aansluit met een mono-
uitgang (een enkele audio-uitgang), verbind deze
dan met de linker AUX/CDR IN-ingang. U kunt ook
een cinch-verloopkabel met enkele naar dubbele
stekker gebruiken (het geluid blijft echter mono).
Subwoofer Out-aansluiting
Sluit de subwoofer aan op de uitgang
SUBWOOFER OUT. De subwoofer geeft
enkel de lage tonen weer (bijvoorbeeld
explosies, gevechtsgeluiden van ruimteschepen
enzovoort).
Plaatsen van de batterijen in de
afstandsbediening
Plaats twee batterijen (type R06 of AA) in de
afstandsbediening met de juiste polariteit zoals
aangegeven met de tekens "+" en "-" in het
batterijvak.
1
2
LET OP!
Verwijder de batterijen als ze leeg zijn of
als u ze langere tijd niet zult gebruiken.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen,
of batterijen van een verschillend type door
elkaar.
Batterijen bevatten chemicaliën en
moeten daarom op de juiste manier
ingeleverd worden.
pg 113-139/P750/22-Dut 3/7/01, 4:17 PM116