Operation Manual
– 13 –
BASIS
INSTELLINGEN
Belsignaaltypes
U kunt uit vijf verschillende belsignalen kiezen.
1
4
7
2
5
8
0
3
6
9
#
∗
OK
FUNCTION
Kies functienummer 44.
44 KEUZE BELTYPE
OK
FUNCTION
Druk op de OK-toets.
BELTYPE: 1
Selecteren aan de hand van de toetsen
1
tot
5
. U hoort het
signaal dat u heeft gekozen.
BELTYPE: 2
OK
FUNCTION
Druk op de OK-toets.
15-MEI-99 12:30
Geluidssterkte van het belsignaal
Het volume van het belsignaal kan in de wachtstand of tijdens het rinkelen worden gewijzigd. Let op: het ingestelde
volume is verschillend voor de modi DAG en NACHT (zie hoofdstuk 4 De faxschakelaar).
Druk op PIJL LINKS of PIJL RECHTS. De huidige instelling
verschijnt gedurende circa 3 seconden op het display.
BEL: ßß
Regel de geluidssterkte nu door opnieuw op PIJL LINKS of PIJL
RECHTS te drukken, net zolang totdat u de gewenste
geluidssterkte heeft verkregen.
BEL: ßßßß
Volume van de luidspreker
De geluidssterkte kan worden geregeld zodra de DIAL-of LUIDSPREKER-toets ingedrukt wordt.
DIAL
* Druk op de DIAL- of LUIDSPREKER-toets.
KIES EEN NUMMER
Druk op PIJL LINKS of PIJL RECHTS. Op het display wordt de
actuele instelling aangegeven.
LUIDSPR.: ßß
Indien u de actuele instelling wilt wijzigen, drukt u weer op PIJL
LINKS of PIJL RECHTS, net zolang tot u de gewenste
geluidssterkte heeft verkregen.
LUIDSPR.: ßßßß
STOP
Sluit af met de STOP-toets.
15-MEI-99 12:30
* Voor faxtoestellen zonder ingebouwd antwoordapparaat: DIAL toets
Voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat: LUIDSPREKER toets